Artikel 277 (Oproeping partijen buitenland EU-verordening 2020/1784)
1. De oproeping bij brief van verzoekers of belanghebbenden die geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf in Nederland hebben, maar wel een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf in een Staat waar de verordening (EU) 2020/1784 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en kennisgeving van stukken) van toepassing is, geschiedt door rechtstreekse verzending overeenkomstig artikel 18 van de verordening. In plaats daarvan mag het gerecht ook een vertaling van de oproeping verzenden in een taal als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening. Het gerecht maakt in de oproeping melding van de verzending, alsmede van het volgende:
a. de datum van verzending; b. de wijze van verzending; c. of een vertaling is verzonden en zo ja, in welke taal; d. de mededeling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, dat degene voor wie het stuk bestemd is, dit mag weigeren als het niet gesteld is in of niet vergezeld gaat van een vertaling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen en dat geweigerde stukken naar hem moeten worden gezonden.
2. Het gerecht mag de oproeping ook verrichten door verzending daarvan aan een ontvangende instantie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de verordening, ter betekening aan degene voor wie de oproeping bestemd is, via het systeem zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening of via alternatieve middelen van verzending in het geval van artikel 5, vierde lid, van de verordening. Indien de oproeping niet is opgesteld in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, verzendt het gerecht ook een vertaling in een taal als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening.»Het gerecht maakt in de oproeping melding van de verzending, alsmede van volgende gegevens:
a. de datum van verzending; b. de naam en het adres van de ontvangende instantie; c. de wijze van verzending; d. in het geval van artikel 5 lid 4 van de verordening, de reden van de verzending met alternatieve middelen; e. of een vertaling is meegezonden en, zo ja, in welke taal; f. de taal waarin het formulier als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de verordening is ingevuld; g. de gevraagde wijze van betekening.
Uitleg in duidelijke taal
1. De oproeping bij brief van verzoekers of belanghebbenden die geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf in Nederland hebben, maar wel een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf in een Staat waar de verordening (EU) 2020/1784 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en kennisgeving van stukken) van toepassing is, geschiedt door rechtstreekse verzending overeenkomstig artikel 18 van de verordening. In plaats daarvan mag het gerecht ook een vertaling van de oproeping verzenden in een taal als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening. Het gerecht maakt in de oproeping melding van de verzending, alsmede van het volgende:
Dit lid bepaalt hoe de oproeping per brief plaatsvindt voor verzoekers of belanghebbenden. Dit geldt als zij geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf in Nederland hebben, maar wel een bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf hebben in een Staat waar de EU-verordening 2020/1784 (hierna: de verordening) betreffende de betekening en kennisgeving van stukken van toepassing is. De oproeping gebeurt dan door rechtstreekse verzending conform artikel 18 van de verordening. Als alternatief mag het gerecht ook een vertaling van de oproeping sturen in een taal die genoemd wordt in artikel 12, eerste lid, van de verordening. Het gerecht moet in de oproeping de verzending vermelden, evenals de volgende gegevens:
a. de datum van verzending;
Dit betreft de specifieke datum waarop de oproeping is verzonden.
b. de wijze van verzending;
Dit verwijst naar de methode die gebruikt is om de oproeping te verzenden.
c. of een vertaling is verzonden en zo ja, in welke taal;
Dit houdt in dat vermeld moet worden of er een vertaling van de oproeping is meegestuurd en, indien dat het geval is, in welke taal die vertaling is opgesteld.
d. de mededeling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, dat degene voor wie het stuk bestemd is, dit mag weigeren als het niet gesteld is in of niet vergezeld gaat van een vertaling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen en dat geweigerde stukken naar hem moeten worden gezonden.
Dit betreft de verplichte mededeling, gesteld in een van de talen genoemd in artikel 12, eerste lid, van de verordening. Deze mededeling informeert de ontvanger dat hij of zij het stuk mag weigeren indien het niet is opgesteld in, of niet vergezeld gaat van een vertaling in, een van de talen zoals bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening. Verder moet worden vermeld dat, indien het stuk geweigerd wordt, het naar de ontvanger moet worden teruggestuurd.
2. Het gerecht mag de oproeping ook verrichten door verzending daarvan aan een ontvangende instantie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de verordening, ter betekening aan degene voor wie de oproeping bestemd is, via het systeem zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening of via alternatieve middelen van verzending in het geval van artikel 5, vierde lid, van de verordening. Indien de oproeping niet is opgesteld in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, verzendt het gerecht ook een vertaling in een taal als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening.»Het gerecht maakt in de oproeping melding van de verzending, alsmede van volgende gegevens:
Dit lid stelt dat het gerecht de oproeping ook mag uitvoeren door deze te verzenden aan een ontvangende instantie, zoals gedefinieerd in artikel 3, tweede lid, van de verordening. Deze instantie zorgt dan voor de betekening (officiële overhandiging) aan de persoon voor wie de oproeping is bedoeld. Dit kan gebeuren via het systeem beschreven in artikel 5, eerste lid, van de verordening, of via alternatieve verzendmethoden zoals toegestaan onder artikel 5, vierde lid, van de verordening. Als de oproeping zelf niet is opgesteld in een van de talen genoemd in artikel 12, eerste lid, van de verordening, dan moet het gerecht ook een vertaling in een van die talen meesturen. Het gerecht moet in de oproeping de verzending vermelden, evenals de volgende gegevens:
a. de datum van verzending;
Dit is de specifieke datum waarop de oproeping is verzonden.
b. de naam en het adres van de ontvangende instantie;
Dit betreft de volledige naam en het adres van de instantie die de oproeping zal ontvangen en betekenen.
c. de wijze van verzending;
Dit verwijst naar de methode die gebruikt is om de oproeping naar de ontvangende instantie te sturen.
d. in het geval van artikel 5 lid 4 van de verordening, de reden van de verzending met alternatieve middelen;
Indien gebruik is gemaakt van alternatieve verzendmiddelen zoals beschreven in artikel 5, vierde lid, van de verordening, moet de reden hiervoor worden opgegeven.
e. of een vertaling is meegezonden en, zo ja, in welke taal;
Dit houdt in dat vermeld moet worden of er een vertaling van de oproeping is meegestuurd en, indien dat zo is, in welke taal die vertaling is opgesteld.
f. de taal waarin het formulier als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de verordening is ingevuld;
Dit betreft de taal waarin het specifieke formulier, zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de verordening, is ingevuld.
g. de gevraagde wijze van betekening.
Dit verwijst naar de specifieke methode van betekening (officiële overhandiging) die is verzocht.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:1279 - Schending hoor en wederhoor en de grenzen van de herstelprocedure
Een niet-verschenen belanghebbende is ontvankelijk in cassatie als hij door een gebrekkige oproeping niet is verschenen. De rechter mag een niet-kennelijke fout niet herstellen via de herstelprocedure van art. 31 Rv en moet bij wijziging van het verzoek of bij de herstelprocedure het beginsel van hoor en wederhoor respecteren.