Artikel 272 (Oproeping onbekende en overige niet-verschenen belanghebbenden)
De oproeping van niet in de procedure verschenen belanghebbenden van wie de woonplaats of het werkelijk verblijf onbekend zijn geschiedt door plaatsing van de oproeping in de Staatscourant. De rechter kan bepalen dat de oproeping tevens op andere wijze geschiedt. De oproeping van overige niet in de procedure verschenen belanghebbenden geschiedt door de griffier bij aangetekende brief, tenzij de rechter anders bepaalt.
Uitleg in duidelijke taal
De oproeping van niet in de procedure verschenen belanghebbenden van wie de woonplaats of het werkelijk verblijf onbekend zijn geschiedt door plaatsing van de oproeping in de Staatscourant. De rechter kan bepalen dat de oproeping tevens op andere wijze geschiedt.
Dit betekent dat als belanghebbenden niet in de procedure zijn verschenen en hun woonplaats of werkelijk verblijf onbekend is, zij worden opgeroepen door een publicatie van de oproeping in de Staatscourant. De rechter kan daarnaast besluiten dat de oproeping ook op een andere manier moet gebeuren.
De oproeping van overige niet in de procedure verschenen belanghebbenden geschiedt door de griffier bij aangetekende brief, tenzij de rechter anders bepaalt.
Dit betekent dat voor de overige belanghebbenden die niet in de procedure zijn verschenen, de oproeping wordt gedaan door de griffier. Deze oproeping vindt plaats middels een aangetekende brief, tenzij de rechter een andere methode bepaalt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:1279 - Schending hoor en wederhoor en de grenzen van de herstelprocedure
Een niet-verschenen belanghebbende is ontvankelijk in cassatie als hij door een gebrekkige oproeping niet is verschenen. De rechter mag een niet-kennelijke fout niet herstellen via de herstelprocedure van art. 31 Rv en moet bij wijziging van het verzoek of bij de herstelprocedure het beginsel van hoor en wederhoor respecteren.
ECLI:NL:HR:2010:BN7892
ECLI:NL:HR:2023:316 - Relatieve bevoegdheid en het hoorrecht in Wvggz-zaken
Het tijdstip van indiening van het verzoekschrift bepaalt de relatieve bevoegdheid in Wvggz-zaken. De rechter kan verwijzen bij verhuizing, maar mag nooit een zorgmachtiging verlenen zonder de betrokkene deugdelijk op te roepen en te horen, zelfs niet onder tijdsdruk.