Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Derde titel. De verzoekschriftprocedure in eerste aanleg
Tweede afdeling. Relatieve bevoegdheid
Artikel 266

Artikel 266 (Bevoegde rechter curatele, onderbewindstelling, mentorschap)

Laatste versie

In zaken betreffende curatele, onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen of mentorschap ten behoeve van meerderjarigen is bevoegd de rechter van de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland, van het werkelijk verblijf van degene wiens curatele onderscheidenlijk goederen of mentorschap het betreft.

Uitleg in duidelijke taal

In zaken betreffende curatele, onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen of mentorschap ten behoeve van meerderjarigen is bevoegd de rechter van de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland, van het werkelijk verblijf van degene wiens curatele onderscheidenlijk goederen of mentorschap het betreft.

Dit artikel wijst aan welke rechter bevoegd is in zaken die betrekking hebben op curatele, onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen, of mentorschap ten behoeve van meerderjarigen. De rechter die bevoegd is, is de rechter van de woonplaats van de persoon om wiens curatele, goederen (in het geval van onderbewindstelling) of mentorschap het gaat. Als deze persoon geen woonplaats in Nederland heeft (bij gebreke van een woonplaats in Nederland), dan is de rechter van zijn of haar werkelijk verblijf bevoegd.