Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Twaalfde afdeling. Het vonnis
§ 2. Kosten
Artikel 241

Artikel 241 (Alleen proceskosten voor voorbereiding gedingstukken en instructie)

Laatste versie

Ter zake van verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 tot en met 240 bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten, zoals die ter voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak, kan jegens de wederpartij geen vergoeding op grond van artikel 96, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek worden toegekend, maar zijn alleen de regels betreffende proceskosten van toepassing. Dit artikel is niet van toepassing ter zake van kosten als bedoeld in artikel 96, vijfde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Uitleg in duidelijke taal

Ter zake van verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 tot en met 240 bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten, zoals die ter voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak, kan jegens de wederpartij geen vergoeding op grond van artikel 96, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek worden toegekend, maar zijn alleen de regels betreffende proceskosten van toepassing. Dit artikel is niet van toepassing ter zake van kosten als bedoeld in artikel 96, vijfde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit artikel bepaalt het volgende: Voor handelingen (verrichtingen) waarvoor de proceskosten, zoals bedoeld in de artikelen 237 tot en met 240, normaal gesproken een vergoeding inhouden – denk hierbij aan kosten voor de voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak – kan men tegenover de wederpartij geen vergoeding claimen op basis van artikel 96, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. In plaats daarvan zijn voor dergelijke kosten uitsluitend de regels betreffende proceskosten van toepassing.

Deze bepaling geldt echter niet voor kosten zoals bedoeld in artikel 96, vijfde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad922x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:590 - Negatieve Verklaring voor Recht, Zorgplicht Adviseur en Buitengerechtelijke Kosten - 11 april 2019

ECLI:NL:HR:2019:59011 april 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Dit arrest verduidelijkt de voorwaarden voor een negatieve verklaring voor recht, oordeelt dat advies van een in-huis adviseur van de aanbieder is verdisconteerd in het 'hofmodel', en stelt dat gestandaardiseerde buitengerechtelijke werkzaamheden niet voor separate vergoeding in aanmerking komen.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad873x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019

ECLI:NL:HR:2019:79327 mei 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.

Hoge Raad278x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2360 - Misbruik van procesrecht door de verweerder en vergoeding van werkelijke proceskosten - 14 september 2017

ECLI:NL:HR:2017:236014 september 2017Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Een vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten kan slagen bij misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Dit geldt ook voor een verweerder die verweer voert op basis van feiten waarvan hij de onjuistheid kende of behoorde te kennen.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad188x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1600 - Onrechtmatig beslag: exclusiviteit proceskostenregeling boven volledige schadevergoeding - 11 juni 2015

ECLI:NL:HR:2015:160011 juni 2015Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De regeling voor proceskostenvergoeding (art. 237-241 Rv) is in beginsel exclusief en derogeert aan de algemene plicht tot volledige schadevergoeding (art. 6:162 BW) bij een onrechtmatig gelegd beslag. Hierdoor worden kosten, zoals advocaatkosten, slechts vergoed volgens het liquidatietarief, behoudens buitengewone omstandigheden.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad112x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2366 - Volledige proceskostenvergoeding: andere maatstaf voor derde dan voor procespartij - 14 september 2017

ECLI:NL:HR:2017:236614 september 2017Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de strenge maatstaf voor misbruik van procesrecht (Duka/Achmea) enkel geldt voor procespartijen. De aansprakelijkheid van een derde, die geen partij was in de procedure, voor de proceskosten wordt beoordeeld aan de hand van de algemene regels van onrechtmatige daad.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad105x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1087 - Kostenvergoeding na intrekking kort geding: Hoge Raad creëert nieuwe regeling - 2 juni 2016

ECLI:NL:HR:2016:10872 juni 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt vast dat een gedaagde na intrekking van een kort geding recht heeft op een proceskostenveroordeling. De gedaagde moet daartoe tijdig aangeven dat hij een kostenbeslissing wenst, waardoor de procedure uitsluitend voor de proceskosten wordt voortgezet.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Intellectueel Eigendomsrecht
Hoge Raad71x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:414 - Proceskosten benadeelde partij: geen vergoeding reiskosten bij bijstand door advocaat - 27 maart 2023

ECLI:NL:HR:2023:41427 maart 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een benadeelde partij die in het strafproces wordt bijgestaan door een advocaat, geen aanspraak kan maken op vergoeding van de eigen reis- en verblijfkosten. De regeling voor proceskosten uit het burgerlijk procesrecht wordt analoog toegepast.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad45x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AR6164 - Hoge Raad - 17 februari 2005

ECLI:NL:HR:2005:AR616417 februari 2005Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerzekeringsrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad42x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:653 - Hoge Raad: Kosten rechtsbijstand zijn proceskosten, geen directe schadevergoeding - 10 april 2017

ECLI:NL:HR:2017:65310 april 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Kosten voor rechtsbijstand van een benadeelde partij kwalificeren niet als rechtstreekse schade (art. 51f Sv), maar als proceskosten (art. 592a Sv). Ze mogen daarom niet worden opgenomen in de vordering tot schadevergoeding of de schadevergoedingsmaatregel (art. 36f Sr).

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad39x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AR2760 - Hoge Raad - 13 januari 2005

ECLI:NL:HR:2005:AR276013 januari 2005Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Verzekeringsrecht, Burgerlijk Procesrecht