Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Twaalfde afdeling. Het vonnis
§ 2. Kosten
Artikel 239

Artikel 239 (Verhaalbaarheid salaris en verschotten advocaat)

Laatste versie

In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, kunnen van de kosten van de wederpartij slechts de salarissen en verschotten van de advocaat van die wederpartij ten laste van de in het ongelijk gestelde partij worden gebracht.

Uitleg in duidelijke taal

In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, kunnen van de kosten van de wederpartij slechts de salarissen en verschotten van de advocaat van die wederpartij ten laste van de in het ongelijk gestelde partij worden gebracht.

Dit artikel stelt dat in rechtszaken waar partijen verplicht zijn een advocaat in te schakelen (niet in persoon kunnen procederen), van de kosten die de wederpartij heeft gemaakt, uitsluitend het salaris en de verschotten van de advocaat van die wederpartij verhaald mogen worden op de partij die de zaak heeft verloren (de in het ongelijk gestelde partij).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad873x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019

ECLI:NL:HR:2019:79327 mei 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.

Hoge Raad188x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1600 - Onrechtmatig beslag: exclusiviteit proceskostenregeling boven volledige schadevergoeding - 11 juni 2015

ECLI:NL:HR:2015:160011 juni 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De regeling voor proceskostenvergoeding (art. 237-241 Rv) is in beginsel exclusief en derogeert aan de algemene plicht tot volledige schadevergoeding (art. 6:162 BW) bij een onrechtmatig gelegd beslag. Hierdoor worden kosten, zoals advocaatkosten, slechts vergoed volgens het liquidatietarief, behoudens buitengewone omstandigheden.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad112x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2366 - Volledige proceskostenvergoeding: andere maatstaf voor derde dan voor procespartij - 14 september 2017

ECLI:NL:HR:2017:236614 september 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de strenge maatstaf voor misbruik van procesrecht (Duka/Achmea) enkel geldt voor procespartijen. De aansprakelijkheid van een derde, die geen partij was in de procedure, voor de proceskosten wordt beoordeeld aan de hand van de algemene regels van onrechtmatige daad.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad71x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:414 - Proceskosten benadeelde partij: geen vergoeding reiskosten bij bijstand door advocaat - 27 maart 2023

ECLI:NL:HR:2023:41427 maart 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een benadeelde partij die in het strafproces wordt bijgestaan door een advocaat, geen aanspraak kan maken op vergoeding van de eigen reis- en verblijfkosten. De regeling voor proceskosten uit het burgerlijk procesrecht wordt analoog toegepast.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:724 - Samenwonen ex art. 1:160 BW: stelplicht en bewijslast per vereiste - 21 april 2016

ECLI:NL:HR:2016:72421 april 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor beëindiging van partneralimentatie op grond van art. 1:160 BW moeten alle vereisten apart worden gesteld en bewezen. Het voldoen aan één vereiste, zoals samenwonen, heeft geen invloed op de stelplicht en bewijslast voor andere vereisten, zoals de plicht tot wederzijdse verzorging.

Hoge Raad42x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:653 - Hoge Raad: Kosten rechtsbijstand zijn proceskosten, geen directe schadevergoeding - 10 april 2017

ECLI:NL:HR:2017:65310 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Kosten voor rechtsbijstand van een benadeelde partij kwalificeren niet als rechtstreekse schade (art. 51f Sv), maar als proceskosten (art. 592a Sv). Ze mogen daarom niet worden opgenomen in de vordering tot schadevergoeding of de schadevergoedingsmaatregel (art. 36f Sr).

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ6079 - Hoge Raad stopt met doorschuiven proceskosten uit vrijwaring - 27 oktober 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ607927 oktober 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad komt terug op eerdere rechtspraak en oordeelt dat de proceskosten van een afgewezen vrijwaringszaak niet langer mogen worden 'doorgeschoven' naar de verliezende eiser in de hoofdzaak. De billijkheid eist dit niet langer, gezien het separate karakter van de procedures en de stijgende proceskosten.

Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:147 - Onrechtmatige daad: 'nalaten' als 'doen' en de grenzen van schadevergoeding proceskosten - 28 januari 2016

ECLI:NL:HR:2016:14728 januari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Systematisch niet meewerken kan worden aangemerkt als 'een als een doen te beschouwen gedraging' (art. 6:165 BW). Kosten voor juridische bijstand kunnen echter niet als schade worden gevorderd, omdat de regeling voor proceskosten (art. 241 Rv) hieraan derogeert.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Den Haag3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHDHA:2024:182 - Gerechtshof Den Haag - 12 februari 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:18212 februari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:280 - Parket bij de Hoge Raad - 11 maart 2024

ECLI:NL:PHR:2024:28011 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak