Artikel 239 (Verhaalbaarheid salaris en verschotten advocaat)
In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, kunnen van de kosten van de wederpartij slechts de salarissen en verschotten van de advocaat van die wederpartij ten laste van de in het ongelijk gestelde partij worden gebracht.
Uitleg in duidelijke taal
In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, kunnen van de kosten van de wederpartij slechts de salarissen en verschotten van de advocaat van die wederpartij ten laste van de in het ongelijk gestelde partij worden gebracht.
Dit artikel stelt dat in rechtszaken waar partijen verplicht zijn een advocaat in te schakelen (niet in persoon kunnen procederen), van de kosten die de wederpartij heeft gemaakt, uitsluitend het salaris en de verschotten van de advocaat van die wederpartij verhaald mogen worden op de partij die de zaak heeft verloren (de in het ongelijk gestelde partij).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019
De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.
ECLI:NL:HR:2015:1600 - Onrechtmatig beslag: exclusiviteit proceskostenregeling boven volledige schadevergoeding - 11 juni 2015
De regeling voor proceskostenvergoeding (art. 237-241 Rv) is in beginsel exclusief en derogeert aan de algemene plicht tot volledige schadevergoeding (art. 6:162 BW) bij een onrechtmatig gelegd beslag. Hierdoor worden kosten, zoals advocaatkosten, slechts vergoed volgens het liquidatietarief, behoudens buitengewone omstandigheden.
ECLI:NL:HR:2017:2366 - Volledige proceskostenvergoeding: andere maatstaf voor derde dan voor procespartij - 14 september 2017
De Hoge Raad oordeelt dat de strenge maatstaf voor misbruik van procesrecht (Duka/Achmea) enkel geldt voor procespartijen. De aansprakelijkheid van een derde, die geen partij was in de procedure, voor de proceskosten wordt beoordeeld aan de hand van de algemene regels van onrechtmatige daad.
ECLI:NL:HR:2023:414 - Proceskosten benadeelde partij: geen vergoeding reiskosten bij bijstand door advocaat - 27 maart 2023
De Hoge Raad oordeelt dat een benadeelde partij die in het strafproces wordt bijgestaan door een advocaat, geen aanspraak kan maken op vergoeding van de eigen reis- en verblijfkosten. De regeling voor proceskosten uit het burgerlijk procesrecht wordt analoog toegepast.
ECLI:NL:HR:2016:724 - Samenwonen ex art. 1:160 BW: stelplicht en bewijslast per vereiste - 21 april 2016
Voor beëindiging van partneralimentatie op grond van art. 1:160 BW moeten alle vereisten apart worden gesteld en bewezen. Het voldoen aan één vereiste, zoals samenwonen, heeft geen invloed op de stelplicht en bewijslast voor andere vereisten, zoals de plicht tot wederzijdse verzorging.
ECLI:NL:HR:2017:653 - Hoge Raad: Kosten rechtsbijstand zijn proceskosten, geen directe schadevergoeding - 10 april 2017
Kosten voor rechtsbijstand van een benadeelde partij kwalificeren niet als rechtstreekse schade (art. 51f Sv), maar als proceskosten (art. 592a Sv). Ze mogen daarom niet worden opgenomen in de vordering tot schadevergoeding of de schadevergoedingsmaatregel (art. 36f Sr).
ECLI:NL:HR:2011:BQ6079 - Hoge Raad stopt met doorschuiven proceskosten uit vrijwaring - 27 oktober 2011
De Hoge Raad komt terug op eerdere rechtspraak en oordeelt dat de proceskosten van een afgewezen vrijwaringszaak niet langer mogen worden 'doorgeschoven' naar de verliezende eiser in de hoofdzaak. De billijkheid eist dit niet langer, gezien het separate karakter van de procedures en de stijgende proceskosten.
ECLI:NL:HR:2016:147 - Onrechtmatige daad: 'nalaten' als 'doen' en de grenzen van schadevergoeding proceskosten - 28 januari 2016
Systematisch niet meewerken kan worden aangemerkt als 'een als een doen te beschouwen gedraging' (art. 6:165 BW). Kosten voor juridische bijstand kunnen echter niet als schade worden gevorderd, omdat de regeling voor proceskosten (art. 241 Rv) hieraan derogeert.