Artikel 238 (Kostenveroordeling wederpartij in persoon of gemachtigde)
1. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, wordt, indien de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij zonder gemachtigde procedeert, onder de kosten waarin laatstgenoemde partij wordt veroordeeld, opgenomen een door de rechter te bepalen bedrag voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten van die wederpartij. De rechter kan onder de kosten waarin de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld, ook opnemen een door hem te bepalen bedrag voor noodzakelijke verletkosten van de wederpartij.
2. Procedeert de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij met een gemachtigde, dan wordt onder die kosten een door de rechter te bepalen bedrag opgenomen voor salaris en noodzakelijke verschotten van de gemachtigde, tenzij de rechter om in het vonnis te vermelden redenen anders beslist.
Uitleg in duidelijke taal
1. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, wordt, indien de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij zonder gemachtigde procedeert, onder de kosten waarin laatstgenoemde partij wordt veroordeeld, opgenomen een door de rechter te bepalen bedrag voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten van die wederpartij. De rechter kan onder de kosten waarin de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld, ook opnemen een door hem te bepalen bedrag voor noodzakelijke verletkosten van de wederpartij.
Dit lid bepaalt het volgende: In rechtszaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, geldt dat als de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij (de partij die de zaak verliest) zonder gemachtigde procedeert, de rechter in de kosten waarin de verliezende partij wordt veroordeeld, een door de rechter te bepalen bedrag opneemt voor de noodzakelijke reis- en verblijfkosten van die wederpartij. Daarnaast kan de rechter onder de kosten waarin de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld, ook een door hem te bepalen bedrag opnemen voor de noodzakelijke verletkosten van de wederpartij.
2. Procedeert de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij met een gemachtigde, dan wordt onder die kosten een door de rechter te bepalen bedrag opgenomen voor salaris en noodzakelijke verschotten van de gemachtigde, tenzij de rechter om in het vonnis te vermelden redenen anders beslist.
Dit lid stelt dat indien de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij (de partij die de zaak verliest) met een gemachtigde procedeert, in die kosten een door de rechter te bepalen bedrag wordt opgenomen voor het salaris en de noodzakelijke verschotten van deze gemachtigde. De rechter kan hier echter van afwijken, maar moet de redenen daarvoor dan wel in het vonnis te vermelden redenen anders beslist.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:793
ECLI:NL:HR:2015:1600
ECLI:NL:HR:2017:2366 - Volledige proceskostenvergoeding: andere maatstaf voor derde dan voor procespartij
De Hoge Raad oordeelt dat de strenge maatstaf voor misbruik van procesrecht (Duka/Achmea) enkel geldt voor procespartijen. De aansprakelijkheid van een derde, die geen partij was in de procedure, voor de proceskosten wordt beoordeeld aan de hand van de algemene regels van onrechtmatige daad.
ECLI:NL:HR:2023:414 - Proceskosten benadeelde partij: geen vergoeding reiskosten bij bijstand door advocaat
De Hoge Raad oordeelt dat een benadeelde partij die in het strafproces wordt bijgestaan door een advocaat, geen aanspraak kan maken op vergoeding van de eigen reis- en verblijfkosten. De regeling voor proceskosten uit het burgerlijk procesrecht wordt analoog toegepast.
ECLI:NL:HR:2017:653 - Hoge Raad: Kosten rechtsbijstand zijn proceskosten, geen directe schadevergoeding
Kosten voor rechtsbijstand van een benadeelde partij kwalificeren niet als rechtstreekse schade (art. 51f Sv), maar als proceskosten (art. 592a Sv). Ze mogen daarom niet worden opgenomen in de vordering tot schadevergoeding of de schadevergoedingsmaatregel (art. 36f Sr).
ECLI:NL:HR:2011:BQ6079
ECLI:NL:HR:2016:147 - Onrechtmatige daad: 'nalaten' als 'doen' en de grenzen van schadevergoeding proceskosten
Systematisch niet meewerken kan worden aangemerkt als 'een als een doen te beschouwen gedraging' (art. 6:165 BW). Kosten voor juridische bijstand kunnen echter niet als schade worden gevorderd, omdat de regeling voor proceskosten (art. 241 Rv) hieraan derogeert.