Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Twaalfde afdeling. Het vonnis
§ 1. Algemeen
Artikel 230

Artikel 230 (Inhoudsvereisten en ondertekening vonnis)

Laatste versie

1. Het vonnis vermeldt:

a. de namen en de woonplaats van de partijen, en de namen van hun gemachtigden of advocaten; b. het verloop van het geding; c. de slotsom van de dagvaarding en de conclusies van partijen; d. de slotsom van de conclusie van het openbaar ministerie in de gevallen waarin het is gehoord; e. de gronden van de beslissing, waaronder begrepen de feiten waarop de beslissing rust; f. de beslissing; g. de naam van de rechter of, bij een meervoudige kamer, de namen van de rechters door wie het vonnis is gewezen; h. de dag van de uitspraak.

2. Indien tegen de gedaagde of, bij meer gedaagden, tegen hen allen verstek is verleend en de vorderingen van de eiser geheel of gedeeltelijk worden toegewezen, kan ten aanzien van de ingevolge het eerste lid onder a, c, e en f te vermelden gegevens worden volstaan met verwijzing naar een door de griffier gewaarmerkt afschrift van het exploot van dagvaarding waarop het vonnis wordt gesteld of dat aan het vonnis wordt gehecht.

3. Het vonnis wordt door de rechter, of, bij een meervoudige kamer, door de voorzitter en de griffier ondertekend. Het vonnis kan ook worden ondertekend door de rechter die het uitspreekt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het vonnis vermeldt:

Dit betekent dat in het vonnis de hieronder volgende gegevens moeten worden opgenomen.

a. de namen en de woonplaats van de partijen, en de namen van hun gemachtigden of advocaten;

Dit houdt in dat het vonnis de volledige namen en de woonplaats van de betrokken partijen (de eiser en de gedaagde) moet bevatten, alsmede de namen van hun juridische vertegenwoordigers, zoals gemachtigden of advocaten.

b. het verloop van het geding;

Dit betekent dat het vonnis een beschrijving moet geven van de procedurele stappen die tijdens de rechtszaak (het geding) hebben plaatsgevonden.

c. de slotsom van de dagvaarding en de conclusies van partijen;

Dit vereist dat het vonnis de uiteindelijke eis zoals geformuleerd in de dagvaarding vermeldt, evenals de samenvatting van de standpunten en argumenten (de conclusies) die door de partijen zijn ingediend.

d. de slotsom van de conclusie van het openbaar ministerie in de gevallen waarin het is gehoord;

Dit betekent dat, indien het openbaar ministerie in de zaak is gehoord en een standpunt (conclusie) heeft gegeven, de kern van dit standpunt in het vonnis moet worden opgenomen.

e. de gronden van de beslissing, waaronder begrepen de feiten waarop de beslissing rust;

Dit houdt in dat het vonnis de redengeving (de gronden) voor de rechterlijke beslissing moet bevatten, inclusief een weergave van de feiten die door de rechter als vaststaand worden beschouwd en die de basis vormen voor de beslissing.

f. de beslissing;

Dit betekent dat het vonnis de uiteindelijke uitspraak of het oordeel van de rechter duidelijk moet formuleren.

g. de naam van de rechter of, bij een meervoudige kamer, de namen van de rechters door wie het vonnis is gewezen;

Dit vereist dat de naam van de rechter die het vonnis heeft gewezen, in het vonnis wordt vermeld. Als het vonnis is gewezen door een meervoudige kamer (meerdere rechters), moeten de namen van al deze rechters worden genoemd.

h. de dag van de uitspraak.

Dit betekent dat de datum waarop het vonnis officieel is uitgesproken, in het vonnis moet worden opgenomen.

2. Indien tegen de gedaagde of, bij meer gedaagden, tegen hen allen verstek is verleend en de vorderingen van de eiser geheel of gedeeltelijk worden toegewezen, kan ten aanzien van de ingevolge het eerste lid onder a, c, e en f te vermelden gegevens worden volstaan met verwijzing naar een door de griffier gewaarmerkt afschrift van het exploot van dagvaarding waarop het vonnis wordt gesteld of dat aan het vonnis wordt gehecht.

Dit lid beschrijft een vereenvoudiging voor de vermelding van bepaalde gegevens in het vonnis. Deze vereenvoudiging is mogelijk als aan twee voorwaarden is voldaan: ten eerste moet tegen de gedaagde (of, als er meerdere gedaagden zijn, tegen hen allemaal) verstek zijn verleend, wat inhoudt dat zij niet in de procedure zijn verschenen. Ten tweede moeten de vorderingen van de eiser geheel of gedeeltelijk worden toegewezen. Als aan deze voorwaarden is voldaan, hoeven de gegevens die volgens het eerste lid onder a (partijgegevens), c (slotsom dagvaarding en conclusies), e (gronden en feiten) en f (beslissing) vermeld moeten worden, niet volledig in het vonnis te worden uitgeschreven. In plaats daarvan kan worden volstaan met een verwijzing naar een afschrift van het exploot van dagvaarding. Dit afschrift moet door de griffier gewaarmerkt zijn (officieel als correct bestempeld) en het vonnis wordt dan op dit afschrift gesteld (geschreven) of dit afschrift wordt aan het vonnis gehecht.

3. Het vonnis wordt door de rechter, of, bij een meervoudige kamer, door de voorzitter en de griffier ondertekend. Het vonnis kan ook worden ondertekend door de rechter die het uitspreekt.

Dit lid bepaalt wie het vonnis moet ondertekenen. Het vonnis moet worden ondertekend door de rechter die het heeft gewezen. Indien het vonnis is gewezen door een meervoudige kamer (bestaande uit meerdere rechters), dan wordt het ondertekend door de voorzitter van die kamer en door de griffier. Verder specificeert dit lid dat het vonnis ook kan worden ondertekend door de rechter die het vonnis daadwerkelijk (in het openbaar) uitspreekt.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:604 - De defungerende rechter: nietigheid vonnis na wijziging tekst

ECLI:NL:HR:2018:60413 april 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vonnis is nietig als een rechter defungeert voordat de volledige, definitieve tekst is vastgesteld. Zelfs ondergeschikte wijzigingen na defungeren leiden tot nietigheid, tenzij het gaat om eenvoudig herstel van kennelijke fouten. De zaak moet dan terug naar de rechtbank voor herbeoordeling door andere rechters.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
StaatsrechtStaatsorganisatie
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:751 - Procesbevoegdheid saniet en termijnoverschrijding in de WSNP

ECLI:NL:HR:2020:75117 april 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De beschermingsbewindvoerder vertegenwoordigt de saniet exclusief in procedures over de boedelbijdrage; de saniet zelf is niet-ontvankelijk. Een te laat ingesteld hoger beroep is slechts verschoonbaar als de appellant niet tijdig van de beslissing wist door een niet toerekenbaar verzuim.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Insolventierecht, Personen En Familierecht
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:650 - Mondelinge uitspraak: 'bestaande praktijk' naast wettelijke regeling art. 30p Rv

ECLI:NL:HR:2018:65020 april 2018Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de wettelijke regeling voor mondelinge uitspraken in art. 30p Rv niet exclusief is. De voorheen bestaande praktijk, met name voor spoedeisende zaken, mag naast de nieuwe regeling worden voortgezet, ook als niet alle partijen aanwezig zijn.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1927 - Betekening 'in persoon' aan de Ontvanger: strikte eisen en openbare orde

ECLI:NL:HR:2016:192712 augustus 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Betekening van een exploot 'in persoon' aan de Ontvanger vereist overhandiging aan de daartoe aangewezen functionaris persoonlijk. Overhandiging aan een andere medewerker, zoals een receptionist, is onvoldoende. Deze voorschriften zijn van openbare orde en moeten ambtshalve worden toegepast.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1928 - Betekening aan Ontvanger: betekening aan receptionist is niet 'in persoon'

ECLI:NL:HR:2016:192812 augustus 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Betekening van een vonnis aan de Ontvanger is alleen 'in persoon' ex art. 143 lid 2 Rv als het exploot aan de aangewezen functionaris persoonlijk wordt overhandigd. Overhandiging aan een receptionist is onvoldoende, ook bij mandaat. Deze betekeningvoorschriften zijn van openbare orde.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1408

ECLI:NL:HR:2019:140820 september 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1929 - Betekening aan receptioniste start verzettermijn Ontvanger niet

ECLI:NL:HR:2016:192912 augustus 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een exploot aan de Ontvanger is pas 'in persoon' betekend als de deurwaarder het afschrift aan de aangewezen functionaris zelf overhandigt. Overhandiging aan een receptioniste start de verzettermijn van artikel 143 lid 2 Rv niet, ook niet bij interne machtiging.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1595

ECLI:NL:HR:2020:15959 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH9156

ECLI:NL:HR:2009:BH915610 juli 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2020:1594

ECLI:NL:HR:2020:15949 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak