Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Tiende afdeling. Incidentele vorderingen
§ 3. Voeging en tussenkomst
Artikel 217

Artikel 217 (Voeging en tussenkomst in geding)

Laatste versie

Ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen.

Uitleg in duidelijke taal

Ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen.

Dit betekent letterlijk: Eenieder die een belang heeft bij een geding dat aanhangig is tussen andere partijen, kan vorderen om zich in dat geding te mogen voegen of om daarin te mogen tussenkomen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad121x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:768 - Voeging en Tussenkomst: Belang, Termijn en de Goede Procesorde - 27 maart 2014

ECLI:NL:HR:2014:76827 maart 2014Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

Een vordering tot voeging, tijdig ingesteld door een partij met voldoende belang, kan slechts worden afgewezen wegens strijd met de goede procesorde. Onredelijke vertraging mag niet enkel worden gebaseerd op het benutten van de wettelijke termijn of de proceshandelingen die inherent zijn aan voeging.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Intellectueel Eigendomsrecht
Hoge Raad71x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BX9762 - Procederen tegen de verkeerde partij na toezegging inhoudelijke behandeling - 10 januari 2013

ECLI:NL:HR:2013:BX976210 januari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een procespartij mag vertrouwen op de toezegging van de verkeerd gedagvaarde partij, mede namens de wél juiste partij, dat een inhoudelijk oordeel zal worden gerespecteerd. Dit rechtvaardigt voortzetting van de procedure, ook tegen een inmiddels ontbonden rechtspersoon, en staat een later beroep op verjaring in de weg.

Hoge Raad58x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK4549 - SGP-arrest: Passief kiesrecht vrouwen prevaleert boven vrijheid van godsdienst en vereniging - 8 april 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK45498 april 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Staat handelt onrechtmatig door niet op te treden tegen de SGP, die vrouwen uitsluit van het passief kiesrecht. Het recht op gelijke behandeling (art. 7 Vrouwenverdrag) weegt in de context van politieke vertegenwoordiging zwaarder dan de vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting van de partij.

StaatsrechtGrondrechten, Verkiezingsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad55x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC6692 - Hoge Raad - 13 maart 2008

ECLI:NL:HR:2008:BC669213 maart 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad45x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1602 - Hoge Raad - 11 juni 2015

ECLI:NL:HR:2015:160211 juni 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad43x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY5241 - Rechtskeuze en de ruime betekenis van afwikkeling van een nalatenschap - 5 september 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY52415 september 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het begrip 'afwikkeling' van een nalatenschap heeft geen specifieke juridische betekenis. Een gerechtshof mag zonder schending van een rechtsregel oordelen dat de verdeling van de nalatenschap onder de feitelijke afhandeling ervan valt, zeker wanneer de erflater een rechtskeuze voor Nederlands recht heeft gemaakt.

Civiel RechtErfrecht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2024:1068 - Rechtbank Amsterdam - 27 februari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:106827 februari 2024Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2024:1069 - Rechtbank Amsterdam - 27 februari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:106927 februari 2024Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:5250 - Rechtbank Amsterdam - 23 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:525023 april 2024Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2534 - Hoge Raad - 10 september 2015

ECLI:NL:HR:2015:253410 september 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak