Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. In het geval, bedoeld in artikel 212, kan het tegen de waarborg gewezen vonnis tegen de gewaarborgde ten uitvoer worden gelegd.

Dit lid bepaalt dat in de situatie zoals omschreven in artikel 212, een vonnis dat tegen de waarborg is uitgesproken, ook ten uitvoer kan worden gelegd tegen de gewaarborgde.

2. Wat de kosten en de vordering tot schadevergoeding betreft, kunnen de vereffening en de tenuitvoerlegging slechts tegen de waarborg geschieden.

Dit lid verduidelijkt dat met betrekking tot de kosten en een vordering tot schadevergoeding, de vaststelling van het bedrag (vereffening) en de daadwerkelijke inning (tenuitvoerlegging) uitsluitend tegen de waarborg kunnen plaatsvinden.

3. Indien echter de waarborg geen verhaal biedt, moet de gewaarborgde de kosten dragen en, zo daartoe gronden zijn, ook de schade vergoeden.

Dit lid stelt dat indien de waarborg echter niet kan betalen (geen verhaal biedt), de gewaarborgde de kosten moet voldoen. Als er bovendien redenen voor zijn (zo daartoe gronden zijn), moet de gewaarborgde ook de schade vergoeden.