Artikel 20 (Onredelijke vertraging procedure)
1. De rechter waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure en treft, zo nodig, op verzoek van een partij of ambtshalve maatregelen.
2. Partijen zijn tegenover elkaar verplicht onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure en treft, zo nodig, op verzoek van een partij of ambtshalve maatregelen.
Dit betekent dat de rechter
ervoor moet zorgen dat er geen onredelijke vertraging van de procedure
plaatsvindt. Indien dit nodig is, zal de rechter
maatregelen
treffen. Dit kan gebeuren op verzoek van een partij
of omdat de rechter
dit zelfstandig besluit (ambtshalve
).
2. Partijen zijn tegenover elkaar verplicht onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen.
Dit betekent dat partijen
de verplichting
hebben ten opzichte van elkaar om onredelijke vertraging van de procedure
te voorkomen
.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:590 - Negatieve Verklaring voor Recht, Zorgplicht Adviseur en Buitengerechtelijke Kosten - 11 april 2019
Dit arrest verduidelijkt de voorwaarden voor een negatieve verklaring voor recht, oordeelt dat advies van een in-huis adviseur van de aanbieder is verdisconteerd in het 'hofmodel', en stelt dat gestandaardiseerde buitengerechtelijke werkzaamheden niet voor separate vergoeding in aanmerking komen.
ECLI:NL:HR:2014:768 - Voeging en Tussenkomst: Belang, Termijn en de Goede Procesorde - 27 maart 2014
Een vordering tot voeging, tijdig ingesteld door een partij met voldoende belang, kan slechts worden afgewezen wegens strijd met de goede procesorde. Onredelijke vertraging mag niet enkel worden gebaseerd op het benutten van de wettelijke termijn of de proceshandelingen die inherent zijn aan voeging.
ECLI:NL:HR:2016:666 - Aanhouding kort geding-uitspraak in afwachting van bodemprocedure onterecht - 14 april 2016
Het enkele feit dat spoedeisend belang ontbreekt en een bodemprocedure aanhangig is, rechtvaardigt niet dat een rechter in kort geding zijn beslissing, met name over de proceskosten, voor onbepaalde tijd aanhoudt. De rechter moet, met het oog op onredelijke vertraging, in beginsel einduitspraak doen.
ECLI:NL:HR:2011:BU3922 - Reikwijdte voorlopig getuigenverhoor en de bevoegdheid van de rechter-commissaris - 15 december 2011
De rechter-commissaris mag het horen van getuigen in een voorlopig getuigenverhoor slechts weigeren als de goede procesorde dit eist. Tegenbewijs in contra-enquête mag ook gericht zijn op het aantasten van de betrouwbaarheid van reeds afgelegde verklaringen, en is niet beperkt tot de stellingen van de verzoeker.
ECLI:NL:HR:2007:AZ1084 - Hoge Raad - 25 januari 2007
ECLI:NL:HR:2011:BP0571 - Procesrecht: Afwijzing getuigenverhoor na geringe termijnoverschrijding in strijd met goede procesorde - 17 maart 2011
Het definitief ontzeggen van het recht op getuigenbewijs wegens een termijnoverschrijding mag slechts als de schending van de voortgang van de procedure en het nadeel voor de wederpartij dit rechtvaardigen. Een geringe termijnoverschrijding zonder nadeel is daartoe onvoldoende en in strijd met de goede procesorde.
ECLI:NL:HR:2022:824 - Hoge Raad: Limiteren omvang processtukken in hoger beroep is toegestaan - 2 juni 2022
De Hoge Raad oordeelt dat gerechtshoven via procesreglementen de omvang van processtukken in hoger beroep mogen beperken. Dit is toelaatbaar mits de essentie van het recht op toegang tot de rechter en hoor en wederhoor niet wordt aangetast, de beperking een legitiem doel dient en proportioneel is.
ECLI:NL:HR:2012:BU7254 - Het recht op pleidooi in hoger beroep is nagenoeg absoluut - 26 januari 2012
Het fundamentele recht op pleidooi in hoger beroep mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden geweigerd. Strijd met de goede procesorde, zoals een beperkte vertraging, is hiervoor onvoldoende. De rechter moet een afwijzing zeer zwaar motiveren, zeker als partijen nog niet mondeling hebben kunnen toelichten.
ECLI:NL:HR:2011:BT7596 - Het recht op pleidooi: zelfs ter herstel van een eigen procesverzuim - 1 december 2011
Het fundamentele recht op pleidooi mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden geweigerd. Het feit dat een partij pleidooi vraagt om een eigen procesverzuim te herstellen, is op zichzelf geen geldige reden voor afwijzing, zeker niet als de wederpartij geen bezwaar maakt.