Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 197 (Vereisten verzoek voorlopige bewijsverrichtingen)
1. Het verzoek wordt gedaan aan de rechter die vermoedelijk bevoegd zal zijn van de zaak kennis te nemen als deze aanhangig wordt gemaakt. Het verzoek kan ook worden gedaan aan de rechter tot wiens absolute bevoegdheid de zaak behoort en binnen wiens rechtsgebied degenen van wie informatie wordt verlangd, of het grootste aantal van hen, woonplaats hebben of, als zij geen bekende woonplaats in Nederland hebben, werkelijk verblijven. Als de zaak door de kantonrechter moet worden behandeld en beslist, wordt het verzoek gedaan aan de kantonrechter. De rechter beoordeelt summierlijk of hij absoluut bevoegd is en of de zaak door de kantonrechter moet worden behandeld en beslist. In spoedeisende gevallen kan het verzoek om inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde gegevens ook worden gedaan aan de voorzieningenrechter.
2. Het verzoekschrift houdt in:
a. een kernachtige omschrijving van het geschil of de gebeurtenis waarop het verzoek betrekking heeft en de gronden van het verzoek; b. de aard en het beloop van de vordering; c. de naam en woonplaats van de wederpartij of de redenen waarom de wederpartij onbekend is.
Het in onderdeel a vermelde wordt op straffe van niet-ontvankelijkheid in acht genomen.
3. Bij het verzoek om een of meer voorlopige bewijsverrichtingen vermeldt het verzoekschrift ook:
a. als wordt verzocht om getuigen te horen, de namen en woonplaatsen van de personen die de verzoeker als getuigen wil horen; b. als wordt verzocht om een bericht of verhoor van deskundigen, de punten waarover het oordeel van deskundigen wordt gevraagd en de namen en hoedanigheid van een of meer door de rechter te benoemen deskundigen; c. als wordt verzocht om een plaatsopneming of bezichtiging, de plaats of de zaak die door de rechter moet worden opgenomen of bezichtigd; d. als wordt verzocht om inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde gegevens, de aanduiding van de gegevens waarvan inzage, afschrift of uittreksel wordt verzocht en de namen en woonplaatsen van degenen die de gegevens tot hun beschikking hebben.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het verzoek wordt gedaan aan de rechter die vermoedelijk bevoegd zal zijn van de zaak kennis te nemen als deze aanhangig wordt gemaakt. Het verzoek kan ook worden gedaan aan de rechter tot wiens absolute bevoegdheid de zaak behoort en binnen wiens rechtsgebied degenen van wie informatie wordt verlangd, of het grootste aantal van hen, woonplaats hebben of, als zij geen bekende woonplaats in Nederland hebben, werkelijk verblijven. Als de zaak door de kantonrechter moet worden behandeld en beslist, wordt het verzoek gedaan aan de kantonrechter. De rechter beoordeelt summierlijk of hij absoluut bevoegd is en of de zaak door de kantonrechter moet worden behandeld en beslist. In spoedeisende gevallen kan het verzoek om inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde gegevens ook worden gedaan aan de voorzieningenrechter.
2. Het verzoekschrift houdt in:
Dit lid specificeert welke informatie het schriftelijke verzoek (verzoekschrift) verplicht moet bevatten.
a. een kernachtige omschrijving van het geschil of de gebeurtenis waarop het verzoek betrekking heeft en de gronden van het verzoek;
Dit betekent dat het verzoekschrift een beknopte (kernachtige) beschrijving moet geven van het conflict (geschil) of de specifieke gebeurtenis waarover het verzoek gaat, alsmede de juridische of feitelijke redenen (de gronden) voor het indienen van het verzoek.
b. de aard en het beloop van de vordering;
Dit betekent dat het verzoekschrift moet uitleggen wat voor soort juridische eis (de aard van de vordering) wordt ingesteld of zal worden ingesteld, en hoe de procedure rondom deze eis naar verwachting zal verlopen (het beloop van de vordering).
c. de naam en woonplaats van de wederpartij of de redenen waarom de wederpartij onbekend is.
Dit betekent dat het verzoekschrift de naam en de officiële woonplaats van de tegenpartij (de wederpartij) moet vermelden. Indien de wederpartij niet bekend is, moeten de redenen hiervoor worden opgegeven.
Het in onderdeel a vermelde wordt op straffe van niet-ontvankelijkheid in acht genomen.
Dit betekent dat de vereiste informatie zoals genoemd in onderdeel a (de kernachtige omschrijving van het geschil of de gebeurtenis en de gronden van het verzoek) strikt moet worden nageleefd. Indien hieraan niet wordt voldaan (niet in acht genomen), kan de rechter het verzoek niet-ontvankelijk verklaren, wat inhoudt dat het verzoek niet inhoudelijk zal worden behandeld.
3. Bij het verzoek om een of meer voorlopige bewijsverrichtingen vermeldt het verzoekschrift ook:
Dit lid specificeert welke aanvullende informatie het verzoekschrift moet bevatten wanneer het verzoek betrekking heeft op een of meer specifieke voorlopige bewijsverrichtingen.
a. als wordt verzocht om getuigen te horen, de namen en woonplaatsen van de personen die de verzoeker als getuigen wil horen;
Indien het verzoek inhoudt dat getuigen worden gehoord, dan moet het verzoekschrift de namen en woonplaatsen specificeren van de personen die de indiener van het verzoek (de verzoeker) als getuigen wenst te laten verklaren.
b. als wordt verzocht om een bericht of verhoor van deskundigen, de punten waarover het oordeel van deskundigen wordt gevraagd en de namen en hoedanigheid van een of meer door de rechter te benoemen deskundigen;
Indien het verzoek strekt tot het verkrijgen van een schriftelijk verslag (bericht) of een mondelinge ondervraging (verhoor) van deskundigen, dan moet het verzoekschrift de specifieke vragen of onderwerpen (de punten) vermelden waarover het oordeel van de deskundigen wordt verlangd. Tevens moeten de namen en de specifieke deskundigheid of functie (hoedanigheid) worden genoemd van één of meer deskundigen die de verzoeker voorstelt aan de rechter voor benoeming.
c. als wordt verzocht om een plaatsopneming of bezichtiging, de plaats of de zaak die door de rechter moet worden opgenomen of bezichtigd;
Indien het verzoek inhoudt dat de rechter ter plaatse een situatie onderzoekt (plaatsopneming) of een object inspecteert (bezichtiging), dan moet het verzoekschrift de exacte locatie (de plaats) of het specifieke voorwerp (de zaak) aanduiden die de rechter dient te onderzoeken of inspecteren.
d. als wordt verzocht om inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde gegevens, de aanduiding van de gegevens waarvan inzage, afschrift of uittreksel wordt verzocht en de namen en woonplaatsen van degenen die de gegevens tot hun beschikking hebben.
Indien het verzoek strekt tot het verkrijgen van inzage in, een kopie (afschrift) van, of een samenvatting (uittreksel) van specifieke gegevens, dan moet het verzoekschrift duidelijk omschrijven (de aanduiding van de gegevens) om welke gegevens het gaat. Daarnaast moeten de namen en woonplaatsen worden vermeld van de personen of entiteiten die over deze gegevens beschikken (degenen die de gegevens tot hun beschikking hebben).