Artikel 19 (Hoor en wederhoor en procesleiding rechter)
1. De rechter stelt partijen over en weer in de gelegenheid hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, een en ander tenzij uit de wet anders voortvloeit. Bij zijn beslissing baseert de rechter zijn oordeel, ten nadele van een der partijen, niet op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.
2. De rechter neemt ambtshalve of op verlangen van een van de partijen alle beslissingen die nodig zijn voor een goed verloop van de procedure.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter stelt partijen over en weer in de gelegenheid hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, een en ander tenzij uit de wet anders voortvloeit. Bij zijn beslissing baseert de rechter zijn oordeel, ten nadele van een der partijen, niet op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.
Dit lid bepaalt dat de rechter ervoor moet zorgen dat de partijen wederzijds (over en weer) de kans krijgen (in de gelegenheid worden gesteld) om hun eigen standpunten te presenteren (naar voren te brengen) en te verduidelijken (toe te lichten). Ook moeten zij de kans krijgen om zich uit te laten over de standpunten van de andere partij en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure aan de rechter zijn voorgelegd (ter kennis van de rechter zijn gebracht). Dit alles geldt, tenzij de wet iets anders voorschrijft (tenzij uit de wet anders voortvloeit). Verder stelt dit lid dat wanneer de rechter zijn beslissing neemt, hij zijn oordeel niet mag baseren, ten nadele van een der partijen, op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.
2. De rechter neemt ambtshalve of op verlangen van een van de partijen alle beslissingen die nodig zijn voor een goed verloop van de procedure.
Dit lid stelt dat de rechter, hetzij op eigen initiatief (ambtshalve), hetzij op verlangen van een van de partijen, alle beslissingen neemt die nodig zijn voor een goed verloop van de procedure.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2010:BN6196 - Uitleg van processtukken en de tijdige instelling van een reconventionele vordering - 4 november 2010
Een verweer kan door de rechter als een eis in reconventie worden uitgelegd, ook als dit niet expliciet zo is geformuleerd. Deze eis is tijdig ingesteld als dit gebeurt in de conclusie van antwoord, ook als de rechter dit pas op de comparitie vaststelt.
ECLI:NL:HR:2018:2321 - Bevoegdheid GI bij contactbeperking: art. 1:265f versus 1:265g BW - 13 december 2018
De Hoge Raad oordeelt dat een gecertificeerde instelling (GI) niet langer op basis van een schriftelijke aanwijzing contact mag beperken buiten een uithuisplaatsing. Hiervoor moet de GI zich wenden tot de rechter via art. 1:265g BW, dat ruimere rechtsbescherming biedt.
ECLI:NL:HR:2018:1812 - Intrekking ontbindingsverzoek: rechter mag geen ambtshalve voorwaardelijke beschikking geven - 27 september 2018
De rechter mag een werkgever de gelegenheid geven een ontbindingsverzoek in te trekken, ook als enkel de transitievergoeding wordt toegekend. Deze voorwaardelijke beslissing mag echter niet ambtshalve worden gegeven. Het moet zijn verzocht of in het verzoek besloten liggen, conform de grenzen van de rechtsstrijd.
ECLI:NL:HR:2014:675 - Schorsing geding bij faillissement: de invloed van de Borgers-reactie - 20 maart 2014
Een geding is niet aan de invloed van partijen onttrokken zolang de termijn voor een reactie op de conclusie van de A-G (art. 44 lid 3 Rv) nog loopt. Daarom is art. 30 Fw niet van toepassing en wordt het geding bij faillissement geschorst.
ECLI:NL:HR:2012:BX5882 - Hoge Raad - 8 november 2012
ECLI:NL:HR:2022:824 - Hoge Raad: Limiteren omvang processtukken in hoger beroep is toegestaan - 2 juni 2022
De Hoge Raad oordeelt dat gerechtshoven via procesreglementen de omvang van processtukken in hoger beroep mogen beperken. Dit is toelaatbaar mits de essentie van het recht op toegang tot de rechter en hoor en wederhoor niet wordt aangetast, de beperking een legitiem doel dient en proportioneel is.
ECLI:NL:HR:2020:1952 - Hoge Raad wijst schorsing tenuitvoerlegging Yukos-arbitragevonnissen af - 3 december 2020
De Hoge Raad wijst het verzoek van de Russische Federatie tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de Yukos-arbitragevonnissen af. Een voorlopig oordeel over de cassatieklachten en een belangenafweging rechtvaardigen de schorsing niet, ondanks het aanwezige restitutierisico.
ECLI:NL:HR:2019:1279 - Schending hoor en wederhoor en de grenzen van de herstelprocedure - 18 juli 2019
Een niet-verschenen belanghebbende is ontvankelijk in cassatie als hij door een gebrekkige oproeping niet is verschenen. De rechter mag een niet-kennelijke fout niet herstellen via de herstelprocedure van art. 31 Rv en moet bij wijziging van het verzoek of bij de herstelprocedure het beginsel van hoor en wederhoor respecteren.
ECLI:NL:HR:2018:774 - Voorwaardelijke betaling van steunvorderingen en het pluraliteitsvereiste bij faillissement - 24 mei 2018
Steunvorderingen die pas na en onder voorwaarde van vernietiging van het faillissement worden voldaan, bestaan nog ten tijde van de rechterlijke beslissing. Aan het pluraliteitsvereiste is dan voldaan. Daarnaast moet de rechter nog zelfstandig de toestand van ophouden te betalen beoordelen.
ECLI:NL:HR:2016:2741 - Onteigening en overwinst: Vrijheid waarderingsmethode en afwijking van 50/50-verdeling - 1 december 2016
De onteigeningsrechter is vrij in de keuze van de waarderingsmethode voor grond met winbare delfstoffen. De rechter is niet gebonden aan een 50/50-verdeling van de overwinst en mag een andere verdeelsleutel hanteren op basis van omstandigheden zoals langetermijnrisico's en directe uitbetaling aan de onteigende.