Artikel 188 (Voorschot deskundigen termijn en gevolgen)
1. De rechter kan, zo nodig ambtshalve, bij de bepaling van een voorschot als bedoeld in artikel 187, of later, een termijn vaststellen voor de voldoening van het voorschot. Deze termijn kan een of meerdere keren worden verlengd. Tegen beslissingen ingevolge de eerste en tweede zin staat geen hogere voorziening open.
2. Wanneer een partij het voorschot niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoet, kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter kan, zo nodig ambtshalve, bij de bepaling van een voorschot als bedoeld in artikel 187, of later, een termijn vaststellen voor de voldoening van het voorschot. Deze termijn kan een of meerdere keren worden verlengd. Tegen beslissingen ingevolge de eerste en tweede zin staat geen hogere voorziening open.
Dit lid stelt dat de rechter, indien nodig ambtshalve (dus uit eigen beweging), een termijn kan vaststellen voor de voldoening van het voorschot. Dit kan gebeuren bij de bepaling van een voorschot als bedoeld in artikel 187, of later. Verder specificeert het dat deze termijn een of meerdere keren kan worden verlengd. Ten slotte bepaalt het dat tegen beslissingen ingevolge de eerste en tweede zin (namelijk de beslissing tot het vaststellen van de termijn en de beslissing tot het verlengen ervan) geen hogere voorziening open staat. Dit laatste betekent dat men tegen deze specifieke beslissingen geen beroep kan aantekenen bij een hogere rechterlijke instantie.
2. Wanneer een partij het voorschot niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoet, kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.
Dit lid bepaalt dat wanneer een partij het voorschot niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoet, de rechter daaruit de gevolgtrekking mag maken die hij geraden acht. Dit houdt in dat de rechter de vrijheid heeft om te bepalen welke conclusies hij verbindt aan het niet (tijdig) betalen van het voorschot door de partij.