Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Negende afdeling. Bewijs
§ 4. Getuigen
Artikel 166

Artikel 166 (Rechterlijke beslissing getuigenverhoor)

Laatste versie

1. De rechter kan op verzoek van een partij de in artikel 87, derde lid, bedoelde toestemming verlenen voor het horen van getuigen tijdens de mondelinge behandeling of ambtshalve bevelen getuigen voor de mondelinge behandeling op te roepen. Op verzoek van een partij of ambtshalve kan de rechter ook een afzonderlijk getuigenverhoor bevelen. Een verhoor van getuigen vindt plaats als bewijs door getuigen bij de wet is toegelaten en een partij bewijs heeft aangeboden van feiten die betwist zijn en die tot de beslissing van de zaak kunnen leiden.

2. De rechter kan ook zelf door hem aangewezen personen als getuigen doen oproepen. In dat geval kan de oproeping door de griffier plaatsvinden.

3. Het verhoor van getuigen vindt plaats op de mondelinge behandeling, bedoeld in artikel 87, derde lid, of op een afzonderlijke zitting.

4. De rechter vermeldt in de beslissing, voor zover mogelijk, aan welke partij en van welke feiten bewijs wordt opgedragen. Als het getuigenverhoor op een afzonderlijke zitting plaatsvindt, vermeldt de rechter dit in elk geval in de beslissing waarin het getuigenverhoor wordt bevolen en vermeldt hij ook de plaats waar, en de dag en het uur waarop de getuigen zullen worden gehoord. Plaats, dag en uur van het getuigenverhoor kunnen ook later door de rechter worden vastgesteld.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter kan op verzoek van een partij de in artikel 87, derde lid, bedoelde toestemming verlenen voor het horen van getuigen tijdens de mondelinge behandeling of ambtshalve bevelen getuigen voor de mondelinge behandeling op te roepen. Op verzoek van een partij of ambtshalve kan de rechter ook een afzonderlijk getuigenverhoor bevelen. Een verhoor van getuigen vindt plaats als bewijs door getuigen bij de wet is toegelaten en een partij bewijs heeft aangeboden van feiten die betwist zijn en die tot de beslissing van de zaak kunnen leiden.

Dit betekent letterlijk dat de rechter de bevoegdheid heeft om, op verzoek van een procespartij, toestemming te geven voor het horen van getuigen gedurende de mondelinge behandeling zoals omschreven in artikel 87, derde lid. De rechter kan ook uit eigen beweging (ambtshalve) bevelen dat getuigen worden opgeroepen voor deze mondelinge behandeling. Zowel op verzoek van een partij als ambtshalve kan de rechter tevens een separaat getuigenverhoor gelasten. Een getuigenverhoor wordt gehouden indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: bewijslevering door getuigen moet wettelijk zijn toegestaan, een partij moet bewijs hebben aangeboden van specifieke feiten, deze feiten moeten door de wederpartij betwist zijn, en de feiten moeten relevant zijn voor de uiteindelijke beslissing in de zaak.

2. De rechter kan ook zelf door hem aangewezen personen als getuigen doen oproepen. In dat geval kan de oproeping door de griffier plaatsvinden.

Dit betekent letterlijk dat de rechter eveneens de bevoegdheid heeft om personen die hij zelf selecteert, als getuigen te laten oproepen. Indien de rechter hiervan gebruikmaakt, kan de griffier (de administratief medewerker van de rechtbank) de formele oproeping van deze getuigen verzorgen.

3. Het verhoor van getuigen vindt plaats op de mondelinge behandeling, bedoeld in artikel 87, derde lid, of op een afzonderlijke zitting.

Dit betekent letterlijk dat het daadwerkelijke horen van de getuigen kan plaatsvinden tijdens de mondelinge behandeling zoals gespecificeerd in artikel 87, derde lid, ofwel tijdens een aparte, daarvoor bestemde zitting.

4. De rechter vermeldt in de beslissing, voor zover mogelijk, aan welke partij en van welke feiten bewijs wordt opgedragen. Als het getuigenverhoor op een afzonderlijke zitting plaatsvindt, vermeldt de rechter dit in elk geval in de beslissing waarin het getuigenverhoor wordt bevolen en vermeldt hij ook de plaats waar, en de dag en het uur waarop de getuigen zullen worden gehoord. Plaats, dag en uur van het getuigenverhoor kunnen ook later door de rechter worden vastgesteld.

Dit betekent letterlijk dat de rechter in zijn beslissing (waarin het getuigenverhoor wordt toegestaan of bevolen) dient aan te geven, voor zover dat mogelijk is, welke partij de bewijslast draagt en op welke specifieke feiten het bewijs betrekking moet hebben. Indien het getuigenverhoor tijdens een afzonderlijke zitting zal plaatsvinden, moet de rechter dit expliciet vermelden in de beslissing die het getuigenverhoor beveelt. In dat geval vermeldt de rechter tevens de locatie, de datum en het tijdstip waarop de getuigen zullen worden gehoord. De rechter heeft ook de mogelijkheid om de plaats, dag en het uur van het getuigenverhoor op een later moment vast te stellen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad159x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO7817

ECLI:NL:HR:2004:AO78179 juli 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad63x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:49

ECLI:NL:HR:2016:4915 januari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad59x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BO6106

ECLI:NL:HR:2011:BO610628 januari 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Financieel Recht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3009

ECLI:NL:HR:2015:30099 oktober 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1112 - Hoge Raad: Ruime Toetsingsmaatstaf voor Voorlopig Getuigenverhoor

ECLI:NL:HR:2022:111215 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor mag niet worden afgewezen omdat de gestelde feiten de vordering nog niet bewijzen. Het verhoor dient juist om opheldering te verkrijgen over de feiten, zodat de verzoeker zijn rechtspositie beter kan beoordelen, ook wat betreft de gebondenheid van de wederpartij.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad41x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BU3922

ECLI:NL:HR:2011:BU392216 december 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:65

ECLI:NL:HR:2016:6515 januari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad37x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ8766

ECLI:NL:HR:2013:BZ876626 april 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3075

ECLI:NL:HR:2014:307531 oktober 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1313 - Bewijsaanbod, verboden prognose en nevenvoorziening in echtscheidingszaak

ECLI:NL:HR:2020:131317 juli 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een rechter mag een gespecificeerd bewijsaanbod niet passeren door vooruit te lopen op de uitkomst (verboden prognose). Een nevenverzoek in een echtscheidingszaak dat tot onnodige vertraging leidt, moet niet-ontvankelijk worden verklaard en niet inhoudelijk worden afgewezen.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Personen En Familierecht