Artikel 139 (Verstekverlening en toewijzing vordering)
Indien de gedaagde niet op de eerste of op een door de rechter nader bepaalde roldatum in het geding verschijnt dan wel verzuimt advocaat te stellen of, indien verschuldigd, het griffierecht niet tijdig voldoet hoewel hem dat bij dagvaarding was aangezegd, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, verleent de rechter verstek tegen hem en wijst hij de vordering toe, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2024. Zie het overzicht van wijzigingen]
Uitleg in duidelijke taal
Indien de gedaagde niet op de eerste of op een door de rechter nader bepaalde roldatum in het geding verschijnt dan wel verzuimt advocaat te stellen of, indien verschuldigd, het griffierecht niet tijdig voldoet hoewel hem dat bij dagvaarding was aangezegd, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, verleent de rechter verstek tegen hem en wijst hij de vordering toe, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
Dit artikel bepaalt het volgende: Als de gedaagde niet in het geding verschijnt op de eerste roldatum (de geplande zittingsdatum) of op een latere datum die door de rechter is vastgesteld, óf als de gedaagde verzuimt een advocaat te stellen (nalaat een advocaat in te schakelen), óf als de gedaagde, indien hij daartoe verschuldigd is, het griffierecht niet tijdig voldoet (de kosten voor de rechtszaak niet op tijd betaalt), terwijl hem dit bij dagvaarding was aangezegd (in de officiële oproep voor de rechtszaak was medegedeeld), én als alle voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen (aan alle wettelijke termijnen en procedurele eisen is voldaan), dan verleent de rechter verstek tegen de gedaagde. Dit betekent dat de procedure zonder de aanwezigheid of verdediging van de gedaagde wordt voortgezet. Vervolgens wijst de rechter de vordering (de eis van de eiser) toe, tenzij de vordering hem onrechtmatig (in strijd met de wet) of ongegrond (niet op feiten of recht gebaseerd) voorkomt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019
De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.
ECLI:NL:HR:2016:2704 - Hoge Raad's Handleiding voor de Veertiendagenbrief en Incassokosten bij Consumenten - 24 november 2016
De Hoge Raad stelt strikte eisen aan de veertiendagenbrief voor incassokosten bij consumenten. De termijn vangt aan de dag na ontvangst. Een onjuiste of onduidelijke termijn in de brief maakt de aanzegging ongeldig, zonder mogelijkheid tot herstel.
ECLI:NL:HR:2013:691 - Ambtshalve toetsing van oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten - 12 september 2013
De rechter moet ambtshalve onderzoeken of een beding in een consumentenovereenkomst oneerlijk is volgens Richtlijn 93/13/EEG. Deze verplichting, die gelijkwaardig is aan nationale regels van openbare orde, geldt ook in hoger beroep, zelfs buiten de door grieven ontsloten rechtsstrijd, en in verstekzaken.
ECLI:NL:HR:2016:236 - Hoge Raad: Rechter moet 'all-in' telefoonabonnement ambtshalve toetsen - 11 februari 2016
Een 'telefoonabonnement inclusief toestel' is koop op afbetaling en consumentenkrediet. De prijs van de telefoon moet apart vermeld worden. Zo niet, dan moet de rechter de overeenkomst (deels) ambtshalve ongeldig verklaren, ook in een verstekzaak, ter bescherming van de consument.
ECLI:NL:PHR:2024:201 - Parket bij de Hoge Raad - 22 februari 2024
ECLI:NL:HR:2010:BL8504 - Opheffing conservatoir beslag bij verstek en ontbonden beslaglegger - 10 juni 2010
De rechter moet bij verstek een vordering tot opheffing van conservatoir beslag toewijzen, tenzij deze onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Dit geldt ook als de vordering vaststaat, maar executie door de inmiddels ontbonden en niet-reagerende beslaglegger zeer onaannemelijk is geworden.
ECLI:NL:HR:2022:867 - Verstek en devolutieve werking: verweer eerste aanleg geldt ook in hoger beroep - 16 juni 2022
De appelrechter moet bij verstek van een geïntimeerde op grond van de devolutieve werking van het hoger beroep diens in eerste aanleg gevoerde verweren in de beoordeling betrekken. Het verweer van de verschenen geïntimeerde dat de eiser niet vorderingsgerechtigd is, strekt niet automatisch de niet-verschenen geïntimeerde tot voordeel.
ECLI:NL:HR:2020:2101 - Betekening exploot met geheim adres is geldig zonder onredelijke benadeling - 17 december 2020
Het ontbreken van een woonadres in een exploot wegens een geheimhoudingsindicatie leidt niet tot nietigheid, zolang de identiteit van de persoon vaststaat en deze niet onredelijk in zijn verdedigingsbelang is geschaad. De mededeling van de deurwaarder is voldoende voor een rechtsgeldige betekening.
ECLI:NL:HR:2019:207 - Verkeerd rechtsmiddel na misleidend vonnis: toegang tot rechter prevaleert - 7 februari 2019
Het fundamentele recht op toegang tot de rechter (art. 6 EVRM) verzet zich ertegen dat een partij haar rechtsmiddel wordt ontnomen, omdat zij op basis van een misleidend vonnis (verstek) het verkeerde rechtsmiddel (verzet) heeft ingesteld, terwijl het juridisch een vonnis op tegenspraak was.