Artikel 131 (Beslissing mondelinge behandeling na antwoord)
Nadat de gedaagde voor antwoord heeft geconcludeerd, beveelt de rechter een mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 87, tenzij hij oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is. Uiterlijk twee weken na het in de eerste volzin bedoelde tijdstip beslist de rechter hieromtrent. Tegen deze beslissing staat geen hogere voorziening open.
Uitleg in duidelijke taal
Nadat de gedaagde voor antwoord heeft geconcludeerd, beveelt de rechter een mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 87, tenzij hij oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is. Uiterlijk twee weken na het in de eerste volzin bedoelde tijdstip beslist de rechter hieromtrent. Tegen deze beslissing staat geen hogere voorziening open.
Dit artikel bepaalt dat nadat de gedaagde voor antwoord heeft geconcludeerd, de rechter in beginsel een mondelinge behandeling zal bevelen, zoals omschreven in artikel 87. Een uitzondering hierop is als de rechter oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is. De rechter moet uiterlijk twee weken nadat de gedaagde voor antwoord heeft geconcludeerd een beslissing nemen over het al dan niet houden van een mondelinge behandeling. Tegen deze specifieke beslissing over de mondelinge behandeling staat geen hogere voorziening open.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:3264 - Mondelinge behandeling: in beginsel voor de volledige meervoudige kamer - 21 december 2017
Een mondelinge behandeling die dient om partijen hun stellingen te laten toelichten in een meervoudig te beslissen zaak, moet in beginsel plaatsvinden voor de volledige kamer. Afwijking is mogelijk, maar partijen moeten hierover worden geïnformeerd en kunnen een meervoudige behandeling verzoeken.
ECLI:NL:HR:2017:3259 - Hoorzitting voor raadsheer-commissaris: wanneer is dit toegestaan in meervoudige zaken? - 21 december 2017
Een mondelinge behandeling die (mede) dient om stellingen toe te lichten in een meervoudige zaak, moet in beginsel plaatsvinden voor de volledige kamer. Partijen moeten de kans krijgen een meervoudige zitting te verzoeken, wat slechts op zwaarwegende gronden mag worden afgewezen.
ECLI:NL:HR:2012:BU7254 - Het recht op pleidooi in hoger beroep is nagenoeg absoluut - 26 januari 2012
Het fundamentele recht op pleidooi in hoger beroep mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden geweigerd. Strijd met de goede procesorde, zoals een beperkte vertraging, is hiervoor onvoldoende. De rechter moet een afwijzing zeer zwaar motiveren, zeker als partijen nog niet mondeling hebben kunnen toelichten.
ECLI:NL:HR:2011:BT7596 - Het recht op pleidooi: zelfs ter herstel van een eigen procesverzuim - 1 december 2011
Het fundamentele recht op pleidooi mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden geweigerd. Het feit dat een partij pleidooi vraagt om een eigen procesverzuim te herstellen, is op zichzelf geen geldige reden voor afwijzing, zeker niet als de wederpartij geen bezwaar maakt.
ECLI:NL:HR:2012:BU8513 - Het fundamentele recht op pleidooi in hoger beroep - 26 januari 2012
Het recht op pleidooi in hoger beroep is fundamenteel. Een verzoek hiertoe mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden afgewezen, zoals bij strijd met de goede procesorde. Een rolreglement kan dit recht niet beperken, ook niet na een tussentijdse aktewisseling.