Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Vierde afdeling. Dagvaarding
Artikel 122

Artikel 122 (Nietigheid dagvaarding gevolgen herstel)

Laatste versie

1. Verschijnt de gedaagde in het geding, of komt hij, na bij verstek te zijn veroordeeld, in verzet, en beroept hij zich op de nietigheid van het exploot van dagvaarding, dan verwerpt de rechter dat beroep indien naar zijn oordeel het gebrek de gedaagde niet onredelijk in zijn belangen heeft geschaad.

2. De rechter kan echter in dit geval, zo daartoe gronden zijn, het herstel van het gebrek op kosten van de eiser bevelen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Verschijnt de gedaagde in het geding, of komt hij, na bij verstek te zijn veroordeeld, in verzet, en beroept hij zich op de nietigheid van het exploot van dagvaarding, dan verwerpt de rechter dat beroep indien naar zijn oordeel het gebrek de gedaagde niet onredelijk in zijn belangen heeft geschaad.

Dit betekent dat als de gedaagde in de procedure (het geding) verschijnt, of als de gedaagde, nadat hij bij verstek (dus zonder te verschijnen) is veroordeeld, alsnog verzet aantekent, en zich daarbij beroept op de ongeldigheid (nietigheid) van het exploot van dagvaarding (de officiële oproep om voor de rechter te verschijnen), de rechter dit beroep op nietigheid zal afwijzen (verwerpt) als het gebrek in de dagvaarding naar het oordeel van de rechter de gedaagde niet op een onredelijke manier in zijn belangen heeft benadeeld (geschaad).

2. De rechter kan echter in dit geval, zo daartoe gronden zijn, het herstel van het gebrek op kosten van de eiser bevelen.

Dit betekent dat de rechter in de situatie zoals beschreven in het eerste lid, als daarvoor goede redenen (gronden) bestaan, kan bevelen dat het gebrek in de dagvaarding wordt hersteld. De kosten voor dit herstel komen dan voor rekening van de eiser (de partij die de procedure is gestart).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad112x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1881

ECLI:NL:HR:2013:188113 december 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI0773

ECLI:NL:HR:2009:BI077310 juli 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:2101 - Betekening exploot met geheim adres is geldig zonder onredelijke benadeling

ECLI:NL:HR:2020:210118 december 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Het ontbreken van een woonadres in een exploot wegens een geheimhoudingsindicatie leidt niet tot nietigheid, zolang de identiteit van de persoon vaststaat en deze niet onredelijk in zijn verdedigingsbelang is geschaad. De mededeling van de deurwaarder is voldoende voor een rechtsgeldige betekening.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ2593

ECLI:NL:HR:2007:AZ259316 februari 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA2499

ECLI:NL:HR:2007:BA249913 juli 2007Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:AZ6094

ECLI:NL:HR:2008:AZ609430 mei 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:1073

ECLI:NL:HR:2023:10737 juli 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC5703

ECLI:NL:HR:2008:BC570330 mei 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2005:AR4978

ECLI:NL:HR:2005:AR497828 januari 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak