Artikel 122 (Nietigheid dagvaarding gevolgen herstel)
1. Verschijnt de gedaagde in het geding, of komt hij, na bij verstek te zijn veroordeeld, in verzet, en beroept hij zich op de nietigheid van het exploot van dagvaarding, dan verwerpt de rechter dat beroep indien naar zijn oordeel het gebrek de gedaagde niet onredelijk in zijn belangen heeft geschaad.
2. De rechter kan echter in dit geval, zo daartoe gronden zijn, het herstel van het gebrek op kosten van de eiser bevelen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Verschijnt de gedaagde in het geding, of komt hij, na bij verstek te zijn veroordeeld, in verzet, en beroept hij zich op de nietigheid van het exploot van dagvaarding, dan verwerpt de rechter dat beroep indien naar zijn oordeel het gebrek de gedaagde niet onredelijk in zijn belangen heeft geschaad.
Dit betekent dat als de gedaagde in de procedure (het geding) verschijnt, of als de gedaagde, nadat hij bij verstek (dus zonder te verschijnen) is veroordeeld, alsnog verzet aantekent, en zich daarbij beroept op de ongeldigheid (nietigheid) van het exploot van dagvaarding (de officiële oproep om voor de rechter te verschijnen), de rechter dit beroep op nietigheid zal afwijzen (verwerpt) als het gebrek in de dagvaarding naar het oordeel van de rechter de gedaagde niet op een onredelijke manier in zijn belangen heeft benadeeld (geschaad).
2. De rechter kan echter in dit geval, zo daartoe gronden zijn, het herstel van het gebrek op kosten van de eiser bevelen.
Dit betekent dat de rechter in de situatie zoals beschreven in het eerste lid, als daarvoor goede redenen (gronden) bestaan, kan bevelen dat het gebrek in de dagvaarding wordt hersteld. De kosten voor dit herstel komen dan voor rekening van de eiser (de partij die de procedure is gestart).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:1881 - Montis II: Soepele partijwisseling in hoger beroep en cassatie - 12 december 2013
De Hoge Raad komt terug op eerdere jurisprudentie en introduceert een soepeler regime voor partijwisseling. Een vergissing in de partijaanduiding of een rechtsopvolging (zoals bij fusie) kan worden hersteld, tenzij de wederpartij daardoor onredelijk in haar belangen wordt geschaad.
ECLI:NL:HR:2009:BI0773 - Hoge Raad - 9 juli 2009
ECLI:NL:HR:2020:2101 - Betekening exploot met geheim adres is geldig zonder onredelijke benadeling - 17 december 2020
Het ontbreken van een woonadres in een exploot wegens een geheimhoudingsindicatie leidt niet tot nietigheid, zolang de identiteit van de persoon vaststaat en deze niet onredelijk in zijn verdedigingsbelang is geschaad. De mededeling van de deurwaarder is voldoende voor een rechtsgeldige betekening.
ECLI:NL:HR:2007:BA2499 - Hoge Raad - 12 juli 2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ2593 - Hoge Raad - 15 februari 2007
ECLI:NL:OGEAA:2024:116 - Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba - 7 mei 2024
ECLI:NL:HR:2023:1073 - Onredelijke benadeling bij gebrek in appeldagvaarding: termijnoverschrijding niet doorslaggevend - 6 juli 2023
Een gebrek in de betekening van een appeldagvaarding leidt niet tot nietigheid enkel omdat de geïntimeerde pas na het verstrijken van de appeltermijn van het hoger beroep op de hoogte raakt. Dit vormt op zichzelf, zonder bijkomende omstandigheden, geen onredelijke benadeling in de zin van artikel 122 Rv.