Artikel 1057 (Besluitvorming, vorm en inhoud arbitraal vonnis)
1. Het scheidsgerecht beslist, indien het uit meer arbiters bestaat, bij meerderheid van stemmen, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Indien het scheidsgerecht uit meer arbiters bestaat, kunnen procedurele zaken van ondergeschikt belang door de voorzitter worden beslist indien daartoe door de mede-arbiters bevoegdheid is verleend, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen.
2. Het vonnis wordt op schrift gesteld en door de arbiter of arbiters ondertekend.
3. Weigert een minderheid van de arbiters te ondertekenen, dan wordt daarvan door de andere arbiters in het door hen ondertekende vonnis melding gemaakt. Een overeenkomstige melding vindt plaats, indien een minderheid niet in staat is te ondertekenen en niet verwacht kan worden dat het beletsel daartoe binnen korte tijd zal zijn opgeheven.
4. Het vonnis bevat, naast de beslissing, in elk geval:
a. de namen en woonplaatsen van de arbiter of arbiters; b. de namen en woonplaatsen van de partijen; c. de dagtekening van de uitspraak; d. de plaats van de uitspraak; e. de gronden voor de in het vonnis gegeven beslissing.
5. In afwijking van het vierde lid, onder e, bevat het vonnis geen gronden voor de gegeven beslissing indien:
a. het vonnis uitsluitend betreft de enkele vaststelling van de hoedanigheid of van de toestand van zaken als bedoeld in artikel 1020, vierde lid, onder a; b. de vastlegging van een vergelijk als bedoeld in artikel 1069; of c. in alle andere gevallen, nadat de arbitrage aanhangig is gemaakt, de partijen schriftelijk overeenkomen dat geen gronden voor de beslissing worden gegeven.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het scheidsgerecht beslist, indien het uit meer arbiters bestaat, bij meerderheid van stemmen, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Indien het scheidsgerecht uit meer arbiters bestaat, kunnen procedurele zaken van ondergeschikt belang door de voorzitter worden beslist indien daartoe door de mede-arbiters bevoegdheid is verleend, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen.
Dit lid stelt dat indien een scheidsgerecht uit meerdere arbiters bestaat, het beslist bij meerderheid van stemmen, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Verder bepaalt het dat, indien het scheidsgerecht uit meerdere arbiters bestaat, procedurele zaken van ondergeschikt belang door de voorzitter worden beslist, mits de mede-arbiters hem daartoe bevoegdheid hebben verleend, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen.
2. Het vonnis wordt op schrift gesteld en door de arbiter of arbiters ondertekend.
Dit lid schrijft voor dat het vonnis op schrift gesteld wordt en door de arbiter of arbiters moet worden ondertekend.
3. Weigert een minderheid van de arbiters te ondertekenen, dan wordt daarvan door de andere arbiters in het door hen ondertekende vonnis melding gemaakt. Een overeenkomstige melding vindt plaats, indien een minderheid niet in staat is te ondertekenen en niet verwacht kan worden dat het beletsel daartoe binnen korte tijd zal zijn opgeheven.
Dit lid bepaalt dat als een minderheid van de arbiters weigert te ondertekenen, de andere arbiters daarvan melding moeten maken in het door hen ondertekende vonnis. Een soortgelijke melding wordt gemaakt als een minderheid niet in staat is te ondertekenen en verwacht wordt dat dit beletsel niet snel zal zijn opgeheven.
4. Het vonnis bevat, naast de beslissing, in elk geval:
Dit lid stelt dat het vonnis, naast de beslissing, in ieder geval de volgende elementen moet bevatten:
a. de namen en woonplaatsen van de arbiter of arbiters;
Dit onderdeel specificeert dat de namen en woonplaatsen van de arbiter of arbiters in het vonnis moeten staan.
b. de namen en woonplaatsen van de partijen;
Dit onderdeel vereist dat de namen en woonplaatsen van de partijen in het vonnis worden opgenomen.
c. de dagtekening van de uitspraak;
Dit onderdeel bepaalt dat de dagtekening van de uitspraak (de datum) in het vonnis moet worden vermeld.
d. de plaats van de uitspraak;
Dit onderdeel schrijft voor dat de plaats van de uitspraak in het vonnis moet worden vermeld.
e. de gronden voor de in het vonnis gegeven beslissing.
Dit onderdeel vereist dat de gronden (de motivering) voor de in het vonnis gegeven beslissing worden opgenomen.
5. In afwijking van het vierde lid, onder e, bevat het vonnis geen gronden voor de gegeven beslissing indien:
Dit lid geeft uitzonderingen op de regel in het vierde lid, onder e. Het stelt dat het vonnis geen gronden voor de gegeven beslissing hoeft te bevatten in de volgende gevallen:
a. het vonnis uitsluitend betreft de enkele vaststelling van de hoedanigheid of van de toestand van zaken als bedoeld in artikel 1020, vierde lid, onder a;
Dit onderdeel specificeert dat geen gronden nodig zijn als het vonnis uitsluitend betreft de enkele vaststelling van de hoedanigheid of van de toestand van zaken als bedoeld in artikel 1020, vierde lid, onder a.
b. de vastlegging van een vergelijk als bedoeld in artikel 1069; of
Dit onderdeel stelt dat geen gronden nodig zijn als het vonnis de vastlegging van een vergelijk als bedoeld in artikel 1069 betreft (een schikking).
c. in alle andere gevallen, nadat de arbitrage aanhangig is gemaakt, de partijen schriftelijk overeenkomen dat geen gronden voor de beslissing worden gegeven.
Dit onderdeel bepaalt dat geen gronden nodig zijn in alle overige gevallen, indien, nadat de arbitrage aanhangig is gemaakt, de partijen schriftelijk overeenkomen dat geen gronden voor de beslissing worden gegeven.