Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. Het scheidsgerecht beslist naar de regelen des rechts.

Dit lid stelt dat het scheidsgerecht zijn beslissing neemt op basis van de regels van het recht.

2. Ingeval de partijen een rechtskeuze hebben gedaan, beslist het scheidsgerecht naar de door de partijen aangewezen regelen des rechts. Indien een dergelijke rechtskeuze niet heeft plaatsgevonden, beslist het scheidsgerecht volgens de regelen des rechts die het in aanmerking acht te komen.

Dit lid bepaalt het volgende:

• Als de betrokken partijen zelf hebben gekozen welk recht van toepassing is (een rechtskeuze hebben gedaan), dan beslist het scheidsgerecht volgens de rechtsregels die de partijen hebben aangewezen.
• Als de partijen geen dergelijke rechtskeuze hebben gemaakt, dan beslist het scheidsgerecht volgens de rechtsregels die het scheidsgerecht zelf als toepasselijk beschouwt (in aanmerking acht te komen).

3. Het scheidsgerecht beslist als goede personen naar billijkheid, indien de partijen het daartoe bij overeenkomst opdracht hebben gegeven.

Dit lid stelt dat het scheidsgerecht beslist als goede personen die oordelen naar billijkheid, indien de partijen het scheidsgerecht daartoe specifiek opdracht hebben gegeven door middel van een overeenkomst.

4. In alle gevallen houdt het scheidsgerecht rekening met de toepasselijke handelsgebruiken.

Dit lid stelt dat het scheidsgerecht, ongeacht of het beslist naar de regelen des rechts of als goede personen naar billijkheid, altijd rekening moet houden met de gewoonten en gebruiken die in de betreffende handelstak gelden (toepasselijke handelsgebruiken).