Terug naar bibliotheek
Vierde Boek. Arbitrage
Eerste titel. Arbitrage in Nederland
afdeling Eerste A. De overeenkomst tot arbitrage en de bevoegdheid van de gewone rechter
Artikel 1022

Artikel 1022 (Rechter onbevoegd bij arbitrageovereenkomst)

Laatste versie

De rechter, bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten, verklaart zich onbevoegd, indien een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is.

Uitleg in duidelijke taal

De rechter, bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten, verklaart zich onbevoegd, indien een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is.

Dit artikel stelt het volgende: Indien een geschil aanhangig is gemaakt bij de rechter, en voor dat geschil een overeenkomst tot arbitrage is gesloten, dan moet de rechter zich onbevoegd verklaren. Dit is het geval wanneer een partij zich beroept op het bestaan van deze overeenkomst, en dit beroep voor alle weren (dus voordat er inhoudelijk op de zaak wordt ingegaan) doet. De rechter verklaart zich echter niet onbevoegd indien de overeenkomst tot arbitrage ongeldig is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad41x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2837 - Uitleg 'investment' in Bilateraal Investeringsverdrag (BIT) tussen vreemde staten - 25 september 2014

ECLI:NL:HR:2014:283725 september 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter toetst de bevoegdheid van arbiters op basis van een Bilateraal Investeringsverdrag (BIT) tussen twee vreemde staten voluit. De uitleg van de bepalingen van zo'n BIT wordt echter als 'recht van vreemde staten' beschouwd en kan in cassatie slechts beperkt worden getoetst.

Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad39x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BK0857 - Hoge Raad - 10 december 2009

ECLI:NL:HR:2009:BK085710 december 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:96 - Devolutieve werking hoger beroep: hof moet zaak zelf afdoen na vernietiging - 16 januari 2014

ECLI:NL:HR:2014:9616 januari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad bevestigt de hoofdregel van de devolutieve werking van het hoger beroep. Als het hof een einduitspraak vernietigt waarin de rechtbank een verzoek op processuele gronden niet-ontvankelijk verklaarde, moet het hof de zaak aan zich houden en zelf inhoudelijk beoordelen, behoudens specifieke uitzonderingen.

Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:14800 - Rechtbank Den Haag - 17 september 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1480017 september 2024Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:97 - Hoger beroep schuldsanering: hof moet zaak zelf afdoen na afwijzing - 16 januari 2014

ECLI:NL:HR:2014:9716 januari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien de rechtbank een verzoek tot omzetting van faillissement in een schuldsaneringsregeling afwijst, moet het hof de zaak in hoger beroep zelf afdoen. Het hof mag de zaak niet terugwijzen, zelfs niet als de rechtbank niet aan een inhoudelijke behandeling toekwam.

Parket bij de Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2023:1208 - Parket bij de Hoge Raad - 21 december 2023

ECLI:NL:PHR:2023:120821 december 2023Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU8325 - Hoge Raad - 16 maart 2006

ECLI:NL:HR:2006:AU832516 maart 2006Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ7391 - Verrekening door schuldenaar van verpande vordering bij faillissement pandgever - 12 september 2013

ECLI:NL:HR:2013:BZ739112 september 2013Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De schuldenaar van een verpande vordering kan bij faillissement van de pandgever zijn tegenvordering verrekenen met overeenkomstige toepassing van art. 53 lid 3 Fw. De pandhouder (of diens lasthebber) kan zich daarbij niet beroepen op art. 6:136 BW om de verrekening te verhinderen.

Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:5940 - Rechtbank Amsterdam - 24 september 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:594024 september 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1125 - Twee sets algemene voorwaarden: uitleg bij tegenstrijdige forumkeuzebedingen - 23 april 2015

ECLI:NL:HR:2015:112523 april 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien twee verschillende sets algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard en aanvaard, moeten onderling tegenstrijdige bedingen (zoals een arbitrage- en een forumkeuzebeding) door uitleg worden opgelost. De Visser/Avéro-regel, die stelt dat geen van beide sets geldt, is hier niet van toepassing.