Artikel 1022 (Rechter onbevoegd bij arbitrageovereenkomst)
De rechter, bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten, verklaart zich onbevoegd, indien een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is.
Uitleg in duidelijke taal
De rechter, bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten, verklaart zich onbevoegd, indien een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is.
Dit artikel stelt het volgende: Indien een geschil aanhangig is gemaakt bij de rechter, en voor dat geschil een overeenkomst tot arbitrage is gesloten, dan moet de rechter zich onbevoegd verklaren. Dit is het geval wanneer een partij zich beroept op het bestaan van deze overeenkomst, en dit beroep voor alle weren (dus voordat er inhoudelijk op de zaak wordt ingegaan) doet. De rechter verklaart zich echter niet onbevoegd indien de overeenkomst tot arbitrage ongeldig is.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:2837 - Uitleg 'investment' in Bilateraal Investeringsverdrag (BIT) tussen vreemde staten - 25 september 2014
De rechter toetst de bevoegdheid van arbiters op basis van een Bilateraal Investeringsverdrag (BIT) tussen twee vreemde staten voluit. De uitleg van de bepalingen van zo'n BIT wordt echter als 'recht van vreemde staten' beschouwd en kan in cassatie slechts beperkt worden getoetst.
ECLI:NL:HR:2009:BK0857 - Hoge Raad - 10 december 2009
ECLI:NL:HR:2014:96 - Devolutieve werking hoger beroep: hof moet zaak zelf afdoen na vernietiging - 16 januari 2014
De Hoge Raad bevestigt de hoofdregel van de devolutieve werking van het hoger beroep. Als het hof een einduitspraak vernietigt waarin de rechtbank een verzoek op processuele gronden niet-ontvankelijk verklaarde, moet het hof de zaak aan zich houden en zelf inhoudelijk beoordelen, behoudens specifieke uitzonderingen.
ECLI:NL:RBDHA:2024:14800 - Rechtbank Den Haag - 17 september 2024
ECLI:NL:HR:2014:97 - Hoger beroep schuldsanering: hof moet zaak zelf afdoen na afwijzing - 16 januari 2014
Indien de rechtbank een verzoek tot omzetting van faillissement in een schuldsaneringsregeling afwijst, moet het hof de zaak in hoger beroep zelf afdoen. Het hof mag de zaak niet terugwijzen, zelfs niet als de rechtbank niet aan een inhoudelijke behandeling toekwam.
ECLI:NL:PHR:2023:1208 - Parket bij de Hoge Raad - 21 december 2023
ECLI:NL:HR:2006:AU8325 - Hoge Raad - 16 maart 2006
ECLI:NL:HR:2013:BZ7391 - Verrekening door schuldenaar van verpande vordering bij faillissement pandgever - 12 september 2013
De schuldenaar van een verpande vordering kan bij faillissement van de pandgever zijn tegenvordering verrekenen met overeenkomstige toepassing van art. 53 lid 3 Fw. De pandhouder (of diens lasthebber) kan zich daarbij niet beroepen op art. 6:136 BW om de verrekening te verhinderen.
ECLI:NL:RBAMS:2024:5940 - Rechtbank Amsterdam - 24 september 2024
ECLI:NL:HR:2015:1125 - Twee sets algemene voorwaarden: uitleg bij tegenstrijdige forumkeuzebedingen - 23 april 2015
Indien twee verschillende sets algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard en aanvaard, moeten onderling tegenstrijdige bedingen (zoals een arbitrage- en een forumkeuzebeding) door uitleg worden opgelost. De Visser/Avéro-regel, die stelt dat geen van beide sets geldt, is hier niet van toepassing.