Terug naar bibliotheek
Vierde Boek. Arbitrage
Eerste titel. Arbitrage in Nederland
Eerste afdeling. De overeenkomst tot arbitrage
Artikel 1021

Artikel 1021 (Bewijs overeenkomst tot arbitrage)

Laatste versie

De overeenkomst tot arbitrage wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat in arbitrage voorziet of dat verwijst naar algemene voorwaarden welke in arbitrage voorzien en dat door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard. De overeenkomst tot arbitrage kan tevens worden bewezen door elektronische gegevens. Artikel 227a, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

De overeenkomst tot arbitrage wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat in arbitrage voorziet of dat verwijst naar algemene voorwaarden welke in arbitrage voorzien en dat door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard. De overeenkomst tot arbitrage kan tevens worden bewezen door elektronische gegevens. Artikel 227a, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.

Dit artikel legt uit hoe een overeenkomst tot arbitrage kan worden bewezen. De overeenkomst tot arbitrage wordt bewezen door een geschrift. Hiervoor is het voldoende als er een geschrift is dat in arbitrage voorziet (dus arbitrage regelt) of dat verwijst naar algemene voorwaarden welke in arbitrage voorzien. Dit geschrift moet dan door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn aanvaard. Verder kan de overeenkomst tot arbitrage tevens worden bewezen door elektronische gegevens. Ten slotte is Artikel 227a, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat de regels uit dat specifieke artikel, dat handelt over het tot stand komen van overeenkomsten langs elektronische weg, hier ook gelden voor het bewijs van de arbitrageovereenkomst door middel van elektronische gegevens.