Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Van rechtspleging van onderscheiden aard
Titel 17. Van rechtspleging in deelgeschillen betreffende letsel- en overlijdensschade
Artikel 1019w

Artikel 1019w (Verzoek deelgeschil letsel- en overlijdensschade)

Laatste versie

1. Indien een persoon een ander aansprakelijk houdt voor schade die hij lijdt door dood of letsel, kan ieder van hen of kunnen zij gezamenlijk, ook voordat de zaak ten principale aanhangig is, de rechter verzoeken te beslissen over een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen hen rechtens geldt en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering als bedoeld in artikel 1019x, derde lid, onder a.

2. Onder een persoon die schade door dood of letsel lijdt, wordt mede begrepen de persoon die een vordering ter zake van deze schade onder algemene titel heeft verkregen, alsmede de persoon die een vordering op grond van artikel 107 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft.

3. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan ook worden gedaan in het geval dat een benadeelde ingevolge artikel 954 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel uit hoofde van een aan hem door de wet toegekend eigen recht op schadevergoeding, betaling van een verzekeraar verlangt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien een persoon een ander aansprakelijk houdt voor schade die hij lijdt door dood of letsel, kan ieder van hen of kunnen zij gezamenlijk, ook voordat de zaak ten principale aanhangig is, de rechter verzoeken te beslissen over een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen hen rechtens geldt en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering als bedoeld in artikel 1019x, derde lid, onder a.

Dit lid bepaalt het volgende: Indien een persoon een ander aansprakelijk houdt voor schade die hij lijdt door dood of letsel, dan kan ieder van hen (de aansprakelijkstellende en de aansprakelijk gehouden persoon) of kunnen zij gezamenlijk, de rechter verzoeken te beslissen over een geschil. Dit verzoek kan worden gedaan ook voordat de zaak ten principale aanhangig is (de hoofdprocedure is gestart). Het geschil waarover een beslissing wordt verzocht, moet gaan omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake (met betrekking tot de schade) tussen hen rechtens geldt. Een voorwaarde is dat de beëindiging van dit deelgeschil kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering als bedoeld in artikel 1019x, derde lid, onder a (een overeenkomst die de gehele zaak beëindigt).

2. Onder een persoon die schade door dood of letsel lijdt, wordt mede begrepen de persoon die een vordering ter zake van deze schade onder algemene titel heeft verkregen, alsmede de persoon die een vordering op grond van artikel 107 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft.

Dit lid verduidelijkt wie wordt beschouwd als een persoon die schade door dood of letsel lijdt. Hieronder wordt mede begrepen:

  • de persoon die een vordering ter zake van deze schade onder algemene titel heeft verkregen (zoals een erfgenaam die de vordering verkrijgt);
  • alsmede de persoon die een vordering op grond van artikel 107 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft (dit betreft een eigen recht op schadevergoeding voor derden bij overlijden of ernstig letsel, zoals geregeld in dat artikel).

3. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan ook worden gedaan in het geval dat een benadeelde ingevolge artikel 954 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel uit hoofde van een aan hem door de wet toegekend eigen recht op schadevergoeding, betaling van een verzekeraar verlangt.

Dit lid breidt de mogelijkheid uit om een verzoek als bedoeld in het eerste lid (een deelgeschilprocedure) te starten. Dit kan ook worden gedaan in het geval dat een benadeelde betaling van een verzekeraar verlangt. Dit kan op twee gronden:

  • ingevolge artikel 954 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (dat de benadeelde een direct vorderingsrecht geeft op de aansprakelijkheidsverzekeraar van de veroorzaker voor schade door dood of letsel);
  • dan wel uit hoofde van een aan hem door de wet toegekend eigen recht op schadevergoeding jegens die verzekeraar.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:943

ECLI:NL:HR:2014:94318 april 2014Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Letselschaderecht, Arbeidsrecht
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3142

ECLI:NL:HR:2017:314215 december 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1689

ECLI:NL:HR:2015:168919 juni 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Letselschaderecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1407 - Hoger beroep na deelgeschil: status van kostenveroordeling en eindbeslissingen

ECLI:NL:HR:2019:140720 september 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een uitspraak in hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking is een tussenuitspraak, waartegen cassatieberoep slechts met verlof van het hof openstaat. Een kostenveroordeling in een deelgeschil heeft het voorlopige karakter van een kortgedingvonnis en is niet bindend voor de rechter in de bodemprocedure.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Letselschaderecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:568 - Hoge Raad: Zwart werk telt mee bij begroting schade verlies arbeidsvermogen

ECLI:NL:HR:2024:56812 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij het begroten van schade door verminderd arbeidsvermogen mag rekening worden gehouden met eerdere inkomsten uit zwart werk. De schade wordt echter berekend op basis van het netto-inkomen dat de benadeelde zou hebben verdiend als over die inkomsten wel belasting en premies waren afgedragen.

Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:1022

ECLI:NL:HR:2024:10225 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerzekeringsrecht, Europees Civiel Recht, Verbintenissenrecht, Letselschaderecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:646

ECLI:NL:HR:2018:64620 april 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:726 - WAM-verzekering: is de bestuurder nog bestuurder als een passagier de handrem aantrekt?

ECLI:NL:HR:2024:72617 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over het begrip 'bestuurder' in de WAM. De kernvraag is of iemand die achter het stuur zit zijn hoedanigheid van bestuurder verliest als een passagier ingrijpt en een ongeval veroorzaakt.

Civiel RechtVerzekeringsrecht, Verbintenissenrecht, Letselschaderecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht