Artikel 1019w (Verzoek deelgeschil letsel- en overlijdensschade)
1. Indien een persoon een ander aansprakelijk houdt voor schade die hij lijdt door dood of letsel, kan ieder van hen of kunnen zij gezamenlijk, ook voordat de zaak ten principale aanhangig is, de rechter verzoeken te beslissen over een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen hen rechtens geldt en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering als bedoeld in artikel 1019x, derde lid, onder a.
2. Onder een persoon die schade door dood of letsel lijdt, wordt mede begrepen de persoon die een vordering ter zake van deze schade onder algemene titel heeft verkregen, alsmede de persoon die een vordering op grond van artikel 107 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft.
3. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan ook worden gedaan in het geval dat een benadeelde ingevolge artikel 954 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel uit hoofde van een aan hem door de wet toegekend eigen recht op schadevergoeding, betaling van een verzekeraar verlangt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien een persoon een ander aansprakelijk houdt voor schade die hij lijdt door dood of letsel, kan ieder van hen of kunnen zij gezamenlijk, ook voordat de zaak ten principale aanhangig is, de rechter verzoeken te beslissen over een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen hen rechtens geldt en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering als bedoeld in artikel 1019x, derde lid, onder a.
Dit lid bepaalt het volgende: Indien een persoon een ander aansprakelijk houdt voor schade die hij lijdt door dood of letsel, dan kan ieder van hen (de aansprakelijkstellende en de aansprakelijk gehouden persoon) of kunnen zij gezamenlijk, de rechter verzoeken te beslissen over een geschil. Dit verzoek kan worden gedaan ook voordat de zaak ten principale aanhangig is (de hoofdprocedure is gestart). Het geschil waarover een beslissing wordt verzocht, moet gaan omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake (met betrekking tot de schade) tussen hen rechtens geldt. Een voorwaarde is dat de beëindiging van dit deelgeschil kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering als bedoeld in artikel 1019x, derde lid, onder a (een overeenkomst die de gehele zaak beëindigt).
2. Onder een persoon die schade door dood of letsel lijdt, wordt mede begrepen de persoon die een vordering ter zake van deze schade onder algemene titel heeft verkregen, alsmede de persoon die een vordering op grond van artikel 107 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft.
- de persoon die een vordering ter zake van deze schade onder algemene titel heeft verkregen (zoals een erfgenaam die de vordering verkrijgt);
- alsmede de persoon die een vordering op grond van artikel 107 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft (dit betreft een eigen recht op schadevergoeding voor derden bij overlijden of ernstig letsel, zoals geregeld in dat artikel).
3. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan ook worden gedaan in het geval dat een benadeelde ingevolge artikel 954 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel uit hoofde van een aan hem door de wet toegekend eigen recht op schadevergoeding, betaling van een verzekeraar verlangt.
- ingevolge artikel 954 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (dat de benadeelde een direct vorderingsrecht geeft op de aansprakelijkheidsverzekeraar van de veroorzaker voor schade door dood of letsel);
- dan wel uit hoofde van een aan hem door de wet toegekend eigen recht op schadevergoeding jegens die verzekeraar.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:943 - Doorbreking rechtsmiddelenverbod in de deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade - 17 april 2014
Het rechtsmiddelenverbod van artikel 1019bb Rv in een deelgeschilprocedure kan worden doorbroken op de in de rechtspraak ontwikkelde gronden. Dit geldt ongeacht of tegen (delen van) de beschikking op grond van artikel 1019cc lid 3 Rv een rechtsmiddel openstaat of zal openstaan.
ECLI:NL:HR:2015:1689 - Deelgeschil: rechtsmiddelen, proceskosten en de procedure ten principale - 18 juni 2015
Hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking wordt ingesteld in een dagvaardingsprocedure. De bijzondere kostenregeling van artikel 1019aa Rv voor deelgeschillen geldt niet in die vervolgprocedure; daar zijn de reguliere regels voor proceskosten van toepassing. Voor cassatie tegen een tussenuitspraak na zo'n hoger beroep is verlof vereist.
ECLI:NL:HR:2017:3142 - Aansprakelijkheid parochie voor ongeval vrijwilliger op dak van de kerk - 14 december 2017
De zorgplicht van artikel 7:658 lid 4 BW kan ook gelden voor vrijwilligers. Doorslaggevend is of de vrijwilliger, voor de zorg voor zijn veiligheid, in een met een werknemer vergelijkbare, afhankelijke positie verkeert. De werkzaamheden moeten door de opdrachtgever ook door werknemers hadden kunnen worden verricht.
ECLI:NL:HR:2019:1407 - Hoger beroep na deelgeschil: status van kostenveroordeling en eindbeslissingen - 19 september 2019
Een uitspraak in hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking is een tussenuitspraak, waartegen cassatieberoep slechts met verlof van het hof openstaat. Een kostenveroordeling in een deelgeschil heeft het voorlopige karakter van een kortgedingvonnis en is niet bindend voor de rechter in de bodemprocedure.