Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. Conservatoir beslag tot bescherming van bewijs wordt gelegd met overeenkomstige toepassing van de voorschriften betreffende middelen tot bewaring van zijn recht, met uitzondering van artikel 709, derde lid.

Dit betekent dat een conservatoir beslag dat dient ter bescherming van bewijs, wordt gelegd op een manier die overeenkomt met (met overeenkomstige toepassing van) de regels (voorschriften) die gelden voor middelen waarmee iemand zijn recht kan veiligstellen (bewaring van zijn recht). Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor het derde lid van artikel 709.

2. Zodra in de hoofdzaak is beslist en deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, vervalt het beslag van rechtswege. Zijn de beslagen zaken in gerechtelijke bewaring gegeven, dan is de bewaarder verplicht tot afgifte daarvan aan de beslagene, tenzij de rechter op vordering van eiser anders heeft bepaald. De rechter kan op verzoek van partijen of ambtshalve nadere aanwijzingen geven.

Dit houdt in dat het beslag automatisch (van rechtswege) eindigt (vervalt) zodra er een definitieve en onherroepelijke beslissing (in kracht van gewijsde is gegaan) is genomen in de hoofdprocedure (hoofdzaak). Als de zaken waarop beslag is gelegd (beslagen zaken) in gerechtelijke bewaring zijn gegeven, dan is de bewaarder verplicht deze zaken terug te geven (afgifte) aan de persoon bij wie het beslag is gelegd (de beslagene). Dit geldt niet (tenzij) als de rechter, op verzoek (vordering) van de eiser, anders heeft beslist (bepaald). De rechter heeft de bevoegdheid om, op verzoek van de betrokken partijen of uit eigen beweging (ambtshalve), verdere instructies (nadere aanwijzingen) te geven.