Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Van rechtspleging van onderscheiden aard
Titel 14a. Van rechtspleging in zaken betreffende een collectieve actie en collectieve schadeafwikkeling
Artikel 1018k

Artikel 1018k (Binding uitspraak collectieve actie en opt-out)

Laatste versie

1. Zodra een uitspraak ingevolge deze titel onherroepelijk is geworden, is deze voor ieder der partijen en voor de in artikel 1018i, eerste lid, onder a en b, bedoelde personen, verbindend. Tenzij de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, kunnen deze personen vanaf het tijdstip waarop de uitspraak onherroepelijk is geworden aanspraak maken op een vergoeding op de wijze en onder de voorwaarden vermeld in de uitspraak waarbij een collectieve schadeafwikkeling is vastgesteld.

2. Voor een persoon als bedoeld in artikel 1018i, eerste lid, onder a, die bij de in artikel 1018f, derde lid, bedoelde aankondiging niet met zijn schade bekend kon zijn, heeft een uitspraak ingevolge deze titel geen gevolg indien hij na het bekend worden van zijn schade door een schriftelijke mededeling aan de gedaagde of, indien een collectieve schadeafwikkeling is vastgesteld, aan de in artikel 907, tweede lid, onder g, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, bedoelde persoon, heeft laten weten niet gebonden te willen zijn. De gedaagde kan een persoon als bedoeld in het eerste lid schriftelijk een termijn van ten minste zes maanden stellen waarbinnen deze kan laten weten niet gebonden te willen zijn. Bij een uitspraak ingevolge deze titel waarbij een collectieve schadeafwikkeling is vastgesteld overeenkomstig artikel 1018i moet de gedaagde daarbij ook mededeling doen van de persoon bedoeld in artikel 907, tweede lid, onder g.

Uitleg in duidelijke taal

1. Zodra een uitspraak ingevolge deze titel onherroepelijk is geworden, is deze voor ieder der partijen en voor de in artikel 1018i, eerste lid, onder a en b, bedoelde personen, verbindend. Tenzij de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, kunnen deze personen vanaf het tijdstip waarop de uitspraak onherroepelijk is geworden aanspraak maken op een vergoeding op de wijze en onder de voorwaarden vermeld in de uitspraak waarbij een collectieve schadeafwikkeling is vastgesteld.

Dit lid bepaalt dat zodra een uitspraak, gedaan op grond van deze titel (Titel 14a), definitief en niet meer aan te vechten is (onherroepelijk is geworden), deze uitspraak geldt als bindend voor alle betrokken partijen. Dit geldt ook voor de personen die specifiek genoemd worden in artikel 1018i, eerste lid, onderdelen a en b. Echter, indien de uitspraak niet onmiddellijk ten uitvoer kan worden gelegd (niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard), dan kunnen de genoemde personen pas vanaf het moment dat de uitspraak onherroepelijk is geworden, een vergoeding eisen (aanspraak maken op een vergoeding). De manier waarop en de voorwaarden waaronder zij deze vergoeding kunnen ontvangen, zijn vastgelegd in de uitspraak waarin een collectieve schadeafwikkeling is bepaald.

2. Voor een persoon als bedoeld in artikel 1018i, eerste lid, onder a, die bij de in artikel 1018f, derde lid, bedoelde aankondiging niet met zijn schade bekend kon zijn, heeft een uitspraak ingevolge deze titel geen gevolg indien hij na het bekend worden van zijn schade door een schriftelijke mededeling aan de gedaagde of, indien een collectieve schadeafwikkeling is vastgesteld, aan de in artikel 907, tweede lid, onder g, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, bedoelde persoon, heeft laten weten niet gebonden te willen zijn. De gedaagde kan een persoon als bedoeld in het eerste lid schriftelijk een termijn van ten minste zes maanden stellen waarbinnen deze kan laten weten niet gebonden te willen zijn. Bij een uitspraak ingevolge deze titel waarbij een collectieve schadeafwikkeling is vastgesteld overeenkomstig artikel 1018i moet de gedaagde daarbij ook mededeling doen van de persoon bedoeld in artikel 907, tweede lid, onder g.

Dit lid beschrijft een uitzondering voor een persoon, zoals gedefinieerd in artikel 1018i, eerste lid, onder a, die ten tijde van de aankondiging (genoemd in artikel 1018f, derde lid) redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn van zijn of haar schade. Voor deze persoon heeft een uitspraak gedaan op basis van deze titel geen bindende werking (geen gevolg), op voorwaarde dat deze persoon, nadat hij of zij bekend is geworden met de schade, schriftelijk laat weten niet gebonden te willen zijn aan de uitspraak. Deze schriftelijke mededeling moet worden gericht aan de gedaagde partij. Als er een collectieve schadeafwikkeling is vastgesteld, moet de mededeling worden gestuurd aan de persoon die wordt genoemd in artikel 907, tweede lid, onder g, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. De gedaagde partij heeft de mogelijkheid om een persoon zoals hierboven beschreven, schriftelijk een termijn van minimaal zes maanden te geven. Binnen deze termijn kan de betreffende persoon aangeven niet aan de uitspraak gebonden te willen zijn. Indien een uitspraak op grond van deze titel een collectieve schadeafwikkeling vaststelt conform artikel 1018i, dan is de gedaagde verplicht om daarbij ook de gegevens te verstrekken van de persoon die genoemd wordt in artikel 907, tweede lid, onder g.