Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Van rechtspleging van onderscheiden aard
Titel 14a. Van rechtspleging in zaken betreffende een collectieve actie en collectieve schadeafwikkeling
Artikel 1018f

Artikel 1018f (Collectieve vordering gevolgen binding opt-out opt-in)

Laatste versie

1. De procedure over een collectieve vordering heeft geen gevolg voor en leidt niet tot gebondenheid van personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd indien zij binnen een door de rechter te bepalen termijn van ten minste een maand na de in het derde lid bedoelde aankondiging van de uitspraak, bedoeld in artikel 1018e, eerste en tweede lid, door een schriftelijke mededeling aan de griffie hebben laten weten zich van de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering te willen bevrijden. Een eerdere collectieve stuiting van de verjaring van de vordering stuit de verjaring slechts ten aanzien van deze personen indien zij binnen zes maanden, nadat zij zich ingevolge dit artikel van de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering hebben bevrijd, een individuele stuitingshandeling voor deze vordering verrichten. Is het aantal personen, dat zich ingevolge dit artikel van de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering heeft bevrijd, te groot om de voortzetting van de procedure te rechtvaardigen, dan kan de rechter beslissen dat deze niet wordt voortgezet.

2. De uitspraak waarbij de exclusieve belangenbehartiger is aangewezen en waarbij de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen wier belangen de exclusieve belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, staan omschreven, ligt ter griffie ter inzage van deze personen. Tevens wordt hiervan aantekening gemaakt in het in artikel 1018c, tweede lid, bedoelde register. De rechter kan bevelen dat de uitspraak en zo nodig een vertaling hiervan in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal op één of meer door hem aan te wijzen internetadressen worden geplaatst, waaronder de internetpagina van de exclusieve belangenbehartiger als bedoeld in het tweede lid, onder d, van artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, zodanig dat deze door de genoemde personen ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen.

3. Bij gewone brief wordt aan de bekende personen wier belangen de exclusieve belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, zo spoedig mogelijk mededeling gedaan van de aanwijzing van de exclusieve belangenbehartiger en de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen wier belangen de exclusieve belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, tenzij de rechter anders bepaalt. Bovendien wordt hiervan zo spoedig mogelijk aankondiging gedaan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen. Hierbij wordt telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van de wijze waarop deze personen zich overeenkomstig het eerste lid van de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering kunnen bevrijden, of overeenkomstig het vijfde lid met de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering instemmen. Tevens wordt vermeld op welke wijze inzage of afschrift kan worden verkregen van de uitspraak. De rechter kan bevelen dat ook van andere dan de in dit lid genoemde gegevens melding wordt gemaakt. Tenzij de rechter anders bepaalt, draagt de exclusieve belangenbehartiger zorg voor de in dit lid bedoelde melding en aankondiging. De rechter kan gelasten dat de in dit lid bedoelde gegevens ook op andere wijze bekend worden gemaakt. Indien er personen tot de nauw omschreven groep personen behoren wier belangen de exclusieve belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en een voor Nederland bindende internationale of Unie-regeling niet een wijze van aankondiging voorschrijft, gelast de rechter aankondiging op een door hem te bepalen wijze ten behoeve van deze personen, zo nodig in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal.

4. Voor personen die zich ingevolge dit artikel van de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering hebben bevrijd, kan geen vordering als bedoeld in artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek worden ingesteld, gebaseerd op soortgelijke feitelijke en rechtsvragen voor dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen.

5. Voor personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd en die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben, heeft de procedure over de collectieve vordering gevolg en leidt deze tot gebondenheid, indien zij binnen een door de rechter te bepalen termijn van ten minste een maand na de in het derde lid bedoelde aankondiging van de uitspraak, bedoeld in artikel 1018e, eerste en tweede lid, door een schriftelijke mededeling aan de griffie hebben laten weten in te stemmen met de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering. Op verzoek van een partij kan de rechter bepalen dat, in afwijking van dit lid, het eerste lid van toepassing is op personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd en die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben.

6. Op personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd ter bescherming van een belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2020/1828 (richtlijn) van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (richtlijn) (PbEU 2020, L 409) en die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben, is de laatste zin van het vijfde lid niet van toepassing. Voor deze personen heeft de procedure over de collectieve vordering alleen gevolg en leidt deze tot gebondenheid, indien zij naast de schriftelijke mededeling, bedoeld in het vijfde lid, door een schriftelijke mededeling aan de griffie ook hebben laten weten dat hun belangen niet worden behartigd in een collectieve vordering of individuele vordering, gebaseerd op soortgelijke feitelijke en rechtsvragen voor dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen en tegen dezelfde verweerder in een andere lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Uitleg in duidelijke taal

1. De procedure over een collectieve vordering heeft geen gevolg voor en leidt niet tot gebondenheid van personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd indien zij binnen een door de rechter te bepalen termijn van ten minste een maand na de in het derde lid bedoelde aankondiging van de uitspraak, bedoeld in artikel 1018e, eerste en tweede lid, door een schriftelijke mededeling aan de griffie hebben laten weten zich van de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering te willen bevrijden. Een eerdere collectieve stuiting van de verjaring van de vordering stuit de verjaring slechts ten aanzien van deze personen indien zij binnen zes maanden, nadat zij zich ingevolge dit artikel van de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering hebben bevrijd, een individuele stuitingshandeling voor deze vordering verrichten. Is het aantal personen, dat zich ingevolge dit artikel van de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering heeft bevrijd, te groot om de voorzetting van de procedure te rechtvaardigen, dan kan de rechter beslissen dat deze niet wordt voortgezet.

Dit lid bepaalt dat de procedure over een collectieve vordering geen gevolg heeft voor en niet leidt tot gebondenheid van personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd, indien zij binnen een door de rechter te bepalen termijn (van ten minste een maand na de aankondiging van de uitspraak zoals bedoeld in artikel 1018e, eerste en tweede lid, en nader omschreven in het derde lid van dit artikel) door een schriftelijke mededeling aan de griffie laten weten dat zij zich van de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering te willen bevrijden (een zogenaamde opt-out). Indien een collectieve stuiting van de verjaring van de vordering eerder heeft plaatsgevonden, stuit deze de verjaring slechts ten aanzien van deze personen als zij binnen zes maanden, nadat zij zich hebben bevrijd, zelf een individuele stuitingshandeling voor deze vordering verrichten. Als het aantal personen dat zich heeft bevrijd te groot is om de voorzetting van de procedure te rechtvaardigen, kan de rechter beslissen dat deze niet wordt voortgezet.

2. De uitspraak waarbij de exclusieve belangenbehartiger is aangewezen en waarbij de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen wier belangen de exclusieve belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, staan omschreven, ligt ter griffie ter inzage van deze personen. Tevens wordt hiervan aantekening gemaakt in het in artikel 1018c, tweede lid, bedoelde register. De rechter kan bevelen dat de uitspraak en zo nodig een vertaling hiervan in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal op één of meer door hem aan te wijzen internetadressen worden geplaatst, waaronder de internetpagina van de exclusieve belangenbehartiger als bedoeld in het tweede lid, onder d, van artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, zodanig dat deze door de genoemde personen ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen.

Dit lid stelt dat de uitspraak waarin de exclusieve belangenbehartiger is aangewezen en waarin de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen wier belangen worden behartigd, zijn omschreven, ter griffie ter inzage ligt voor deze personen. Ook wordt hiervan aantekening gemaakt in het in artikel 1018c, tweede lid, bedoelde register. De rechter kan bevelen dat de uitspraak, en eventueel een vertaling daarvan, op door hem aangewezen internetadressen wordt geplaatst, inclusief de internetpagina van de exclusieve belangenbehartiger (zoals genoemd in artikel 305a, tweede lid, onder d, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek). Dit moet zodanig gebeuren dat deze personen de uitspraak kunnen opslaan voor latere kennisneming.

3. Bij gewone brief wordt aan de bekende personen wier belangen de exclusieve belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, zo spoedig mogelijk mededeling gedaan van de aanwijzing van de exclusieve belangenbehartiger en de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen wier belangen de exclusieve belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, tenzij de rechter anders bepaalt. Bovendien wordt hiervan zo spoedig mogelijk aankondiging gedaan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen. Hierbij wordt telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van de wijze waarop deze personen zich overeenkomstig het eerste lid van de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering kunnen bevrijden, of overeenkomstig het vijfde lid met de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering instemmen. Tevens wordt vermeld op welke wijze inzage of afschrift kan worden verkregen van de uitspraak. De rechter kan bevelen dat ook van andere dan de in dit lid genoemde gegevens melding wordt gemaakt. Tenzij de rechter anders bepaalt, draagt de exclusieve belangenbehartiger zorg voor de in dit lid bedoelde melding en aankondiging. De rechter kan gelasten dat de in dit lid bedoelde gegevens ook op andere wijze bekend worden gemaakt. Indien er personen tot de nauw omschreven groep personen behoren wier belangen de exclusieve belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en een voor Nederland bindende internationale of Unie-regeling niet een wijze van aankondiging voorschrijft, gelast de rechter aankondiging op een door hem te bepalen wijze ten behoeve van deze personen, zo nodig in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal.

Dit lid beschrijft de kennisgeving: aan bekende personen binnen de groep wordt zo spoedig mogelijk per gewone brief mededeling gedaan van de aanwijzing van de exclusieve belangenbehartiger, de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen, tenzij de rechter anders bepaalt. Daarnaast wordt zo spoedig mogelijk aankondiging gedaan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen. In deze mededelingen en aankondigingen wordt op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van hoe men zich kan bevrijden (opt-out, conform lid 1) of kan instemmen (opt-in, conform lid 5). Ook wordt vermeld hoe men inzage of afschrift kan verkrijgen van de uitspraak. De rechter kan bevelen dat ook van andere gegevens melding wordt gemaakt. Normaal gesproken draagt de exclusieve belangenbehartiger zorg voor deze melding en aankondiging, tenzij de rechter anders beslist. De rechter kan ook andere wijzen van bekendmaking gelasten. Voor personen binnen de groep die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben, en waarvoor geen internationale of Unie-regeling een wijze van aankondiging voorschrijft, gelast de rechter aankondiging op een door hem te bepalen wijze, eventueel in andere talen.

4. Voor personen die zich ingevolge dit artikel van de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering hebben bevrijd, kan geen vordering als bedoeld in artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek worden ingesteld, gebaseerd op soortgelijke feitelijke en rechtsvragen voor dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen.

Dit lid bepaalt dat voor personen die zich hebben bevrijd van de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering (opt-out), geen nieuwe vordering als bedoeld in artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek kan worden ingesteld die gebaseerd is op soortgelijke feitelijke en rechtsvragen voor dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen.

5. Voor personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd en die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben, heeft de procedure over de collectieve vordering gevolg en leidt deze tot gebondenheid, indien zij binnen een door de rechter te bepalen termijn van ten minste een maand na de in het derde lid bedoelde aankondiging van de uitspraak, bedoeld in artikel 1018e, eerste en tweede lid, door een schriftelijke mededeling aan de griffie hebben laten weten in te stemmen met de behartiging van hun belangen in deze collectieve vordering. Op verzoek van een partij kan de rechter bepalen dat, in afwijking van dit lid, het eerste lid van toepassing is op personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd en die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben.

Dit lid regelt de situatie voor personen behorend tot de nauw omschreven groep die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben. Voor hen heeft de procedure ... gevolg en leidt deze tot gebondenheid (een opt-in systeem) alleen indien zij binnen een door de rechter te bepalen termijn (van ten minste een maand na de aankondiging van de uitspraak) door een schriftelijke mededeling aan de griffie hebben laten weten in te stemmen met de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering. Echter, op verzoek van een partij kan de rechter bepalen dat, in afwijking hiervan, het eerste lid (het opt-out systeem) van toepassing is op deze groep niet-ingezetenen.

6. Op personen behorend tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering worden behartigd ter bescherming van een belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2020/1828 (richtlijn) van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (richtlijn) (PbEU 2020, L 409) en die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben, is de laatste zin van het vijfde lid niet van toepassing. Voor deze personen heeft de procedure over de collectieve vordering alleen gevolg en leidt deze tot gebondenheid, indien zij naast de schriftelijke mededeling, bedoeld in het vijfde lid, door een schriftelijke mededeling aan de griffie ook hebben laten weten dat hun belangen niet worden behartigd in een collectieve vordering of individuele vordering, gebaseerd op soortgelijke feitelijke en rechtsvragen voor dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen en tegen dezelfde verweerder in een andere lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Dit lid specificeert dat voor personen binnen de groep die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en wier belangen worden behartigd ter bescherming van een belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2020/1828 (betreffende representatieve vorderingen voor consumentenbelangen), de mogelijkheid voor de rechter om het opt-out systeem toe te passen (de laatste zin van het vijfde lid) niet van toepassing is. Voor deze specifieke groep heeft de procedure ... alleen gevolg en leidt deze tot gebondenheid indien zij, naast de schriftelijke mededeling van instemming (zoals in lid 5), ook door een schriftelijke mededeling aan de griffie hebben laten weten dat hun belangen niet worden behartigd in een collectieve vordering of individuele vordering, die gebaseerd is op soortgelijke feitelijke en rechtsvragen voor dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen en tegen dezelfde verweerder in een andere lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2024:1696 - Rechtbank Oost-Brabant - 23 april 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:169623 april 2024Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:319 - Hoge Raad: Ondernemerschap en collectieve kwalificatie arbeidsovereenkomst (Uber/FNV II) - 20 februari 2025

ECLI:NL:HR:2025:31920 februari 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Het gedrag als ondernemer, ook buiten de specifieke werkopdracht, is een relevante omstandigheid bij de kwalificatievraag. Hierdoor kunnen identieke werkzaamheden verschillend kwalificeren. Een vakbond kan via de Wet AVV een algemeen oordeel over de kwalificatie van de arbeidsrelaties vorderen, zonder collectieve actieprocedure.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:3007 - Rechtbank Den Haag - 5 maart 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:30075 maart 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:355 - Rechtbank Den Haag - 16 januari 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:35516 januari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBMNE:2024:4106 - Rechtbank Midden-Nederland - 16 juli 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:410616 juli 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:996 - Parket bij de Hoge Raad - 29 september 2024

ECLI:NL:PHR:2024:99629 september 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2479 - Rechtbank Amsterdam - 30 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:247930 april 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:14834 - Rechtbank Den Haag - 24 september 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1483424 september 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:412 - Rechtbank Amsterdam - 28 januari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:41228 januari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:83 - Rechtbank Amsterdam - 9 januari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:839 januari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak