Artikel 23
1. De bestuurder mag zijn voertuig niet laten stilstaan:
a. op een kruispunt of een overweg; b. op een fietsstrook of op de rijbaan langs een fietsstrook; c. op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvan; d. in een tunnel; e. bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering dan wel, ingeval die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord; f. op de rijbaan langs een busstrook en g. langs een gele doorgetrokken streep.
2. Onderdeel e van het eerste lid geldt niet voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RVS:2025:4544 - Voorwaarden ontheffing gebruik fietspad door bewoner van woonark blijven in stand - 24 september 2025
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat een college voorwaarden mag verbinden aan een ontheffing voor het gebruik van een fietspad. Een belangenafweging kan rechtvaardigen dat het college de verkeersveiligheid zwaarder laat wegen dan het onbeperkte belang van de bewoner om zijn woonark met de auto te bereiken.
ECLI:NL:RVS:2025:4545 - Ontheffing fietspad dijk: belangenafweging college blijft in stand - 24 september 2025
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat het college van dijkgraaf en hoogheemraden bij het verlenen van een beperkte ontheffing voor het berijden van een fietspad de belangen van verkeersveiligheid en waterveiligheid zwaarder mocht laten wegen dan het belang van de bewoner van de woonark bij onbeperkte toegang.