Artikel 4
1. De betrokkene die als werknemer is ontslagen en op wie artikel 3 niet van toepassing is, heeft uit hoofde van zijn ontslag als werknemer recht op wachtgeld of uitkering, met dien verstande dat dat recht ingaat op de dag van het privatiseringsontslag.
2. Het recht op het in het eerste lid bedoelde wachtgeld vervalt wanneer het ontslag als werknemer niet binnen een termijn van 7 jaar na het privatiseringsontslag heeft plaatsgehad en de aanvraag om toekenning van het wachtgeld niet binnen een maand na afloop van die termijn bij Onze Minister is ingekomen.
3. Het recht op de in het eerste lid bedoelde uitkering vervalt wanneer het ontslag als werknemer niet binnen een termijn van 3 jaar na het privatiseringsontslag heeft plaatsgehad en de aanvraag om toekenning van de uitkering niet binnen een maand na afloop van die termijn bij Onze Minister is ingekomen.
4. In afwijking van het tweede lid vervalt het recht op wachtgeld ten aanzien van de betrokkene die als werknemer bij de naamloze vennootschap Nederlands Meetinstituut NV is ontslagen, wanneer de daartoe strekkende aanvraag niet binnen een termijn van 5 jaar na dat ontslag bij Onze Minister is ingekomen.
5. In afwijking van het derde lid vervalt het recht op uitkering ten aanzien van de betrokkene die als werknemer bij de naamloze vennootschap Nederlands Meetinstituut NV is ontslagen, wanneer de daartoe strekkende aanvraag niet binnen een termijn van 2 jaar na dat ontslag bij Onze Minister is ingekomen.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2020]