Artikel 6
1. De opvang omvat in elk geval de volgende verstrekkingen:
a. onderdak in opvangvoorzieningen die een toereikend huisvestingsniveau bieden; b. een maandelijkse financiële toelage ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven, tenzij de ontheemde inkomsten uit arbeid heeft; c. recreatieve en educatieve activiteiten; d. een verzekering tegen de financiële gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid; en e. betaling van buitengewone kosten.
2. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat tijdens de opvang:
a. de ontheemde bescherming van zijn gezinsleven geniet; b. de ontheemde de mogelijkheid heeft om te communiceren met familieleden, juridisch adviseurs of raadslieden en vertegenwoordigers van de Hoge Commissaris der Verenigde Naties voor Vluchtelingen en andere relevante, internationale en niet-gouvernementele organisaties en instanties; c. aan de ontheemde in de leerplichtige leeftijd onderwijs wordt geboden.
3. Het college van burgemeester en wethouders stelt voor elke opvangvoorziening een huishoudelijk reglement op waarin tenminste passende maatregelen zijn opgenomen om geweldpleging en gendergerelateerd geweld, met inbegrip van aanranding en seksuele intimidatie, te voorkomen en de verplichting van de ontheemde om:
a. de huisregels na te leven die zijn neergelegd in het reglement van de desbetreffende opvangvoorziening; b. gevolg te geven aan de aanwijzingen van het personeel van de desbetreffende opvangvoorziening; c. schoonmaakwerkzaamheden te verrichten in en rond de woonruimte; en d. toegang te verlenen aan het personeel van de opvangvoorziening tot zijn woonruimte indien een redelijk vermoeden bestaat dat de ontheemde de huisregels overtreedt of indien dit voor het beheer van de opvangvoorziening redelijkerwijs noodzakelijk is.