Artikel 17
1 De gelijke hoedanigheid wordt bepaald aan de hand van de volgende kenmerken:
a. de opbouw, samenstelling en fysische eigenschappen van de lagen in de bodem tot ten minste een diepte van 1 meter onder het maaiveld, en
b. de grondwaterkarakteristiek.
2 De gelijke hoedanigheid wordt vastgesteld aan de hand van deelkaarten van de Bodemkaart van Nederland en de Grondwaterkaart van Nederland met een schaal van 1:25.000.
3 In afwijking van het tweede lid kan de gelijke hoedanigheid worden bepaald aan de hand van bodem- of grondwaterkaarten met een grotere schaal dan 1: 25.000, indien de landinrichting plaatsvindt in een gebied met een minder grote eenvormigheid van de bodemkenmerken of grondwaterkarakteristiek.
4 Indien geen bodemkaart of grondwaterkaart beschikbaar is kan de gelijke hoedanigheid worden vastgesteld op basis van een advies van deskundigen.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:1020 - Verrekening kwaliteitsverschil grond bij herverkaveling onder de Wilg toegestaan
De Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) staat toe dat kwaliteitsverschillen tussen ingebrachte en toegedeelde grond financieel worden verrekend via de lijst der geldelijke regelingen. Dit geldt ook als de gronden binnen dezelfde bodemgeschiktheidsklasse vallen, aangezien deze klassen enkel de uitruilbaarheid bepalen.
ECLI:NL:HR:2020:382 - Ontsluiting en Ruilwaarde bij Herverkaveling: De Lijst der Geldelijke Regelingen
Bij herverkaveling onder de Wet inrichting landelijk gebied is de ontsluiting van een perceel irrelevant voor de ruilwaarde in het ruilplan (fase 1). Echter, in de Lijst der Geldelijke Regelingen (fase 2) is de ontsluiting wel een factor die de waardeverandering en kostenverdeling beïnvloedt.