Terug naar bibliotheek
Titel III. De bevoegdheid van het provinciebestuur
Hoofdstuk VIII. Algemene bepalingen
§ 4. Bestuursdwang
Artikel 122

Artikel 122 (Bevoegdheid oplegging last onder bestuursdwang provincie)

Laatste versie

1. Het provinciebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang.

2. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door gedeputeerde staten, indien de last dient tot handhaving van regels welke het provinciebestuur uitvoert.

3. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door de commissaris van de Koning, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.

4. Een bestuurscommissie waaraan bevoegdheden van provinciale staten of gedeputeerde staten zijn overgedragen, bezit de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang en de bevoegdheid tot het geven van een machtiging tot binnentreden van een woning slechts indien ook die bevoegdheid uitdrukkelijk is overgedragen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het provinciebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang.

Dit lid stelt dat het provinciebestuur de bevoegdheid heeft om een last onder bestuursdwang op te leggen.

2. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door gedeputeerde staten, indien de last dient tot handhaving van regels welke het provinciebestuur uitvoert.

Dit lid specificeert dat gedeputeerde staten de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang uitoefenen, op voorwaarde dat deze last bedoeld is om regels te handhaven die door het provinciebestuur worden uitgevoerd.

3. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door de commissaris van de Koning, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.

Dit lid bepaalt dat de commissaris van de Koning de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang uitoefent, mits deze last dient ter handhaving van regels die door hemzelf worden uitgevoerd.

4. Een bestuurscommissie waaraan bevoegdheden van provinciale staten of gedeputeerde staten zijn overgedragen, bezit de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang en de bevoegdheid tot het geven van een machtiging tot binnentreden van een woning slechts indien ook die bevoegdheid uitdrukkelijk is overgedragen.

Dit lid stelt dat een bestuurscommissie, waaraan bevoegdheden van provinciale staten of gedeputeerde staten zijn overgedragen, alleen de bevoegdheid heeft om een last onder bestuursdwang op te leggen en een machtiging tot binnentreden van een woning te geven, als ook die specifieke bevoegdheden uitdrukkelijk aan de commissie zijn overgedragen.