Artikel 1. Algemeen verbod van discriminatie
1 Het genot van elk in de wet neergelegd recht moet worden verzekerd zonder enige discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.
2 Niemand mag worden gediscrimineerd door enig openbaar gezag op met name een van de in het eerste lid vermelde gronden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:2614 - Hoge Raad grijpt in bij discriminerend namenrecht Aruba
De Hoge Raad oordeelt dat het Arubaanse namenrecht discriminerend is. In afwachting van nieuwe wetgeving moet de rechter niet simpelweg de wet buiten toepassing laten, maar aansluiten bij de door de wetgever gemaakte keuze in de toekomstige, nog niet ingevoerde wet.
ECLI:NL:HR:2009:BH2580
ECLI:NL:HR:2024:977
ECLI:NL:HR:2024:978 - Rechterlijke rechtsvorming: openstelling huwelijk Curaçao valt binnen taak rechter
De Hoge Raad oordeelt dat het Gemeenschappelijk Hof zijn rechtsvormende taak niet heeft overschreden door het huwelijk in Curaçao open te stellen voor personen van gelijk geslacht. Het opheffen van de vastgestelde discriminatie op grond van de Staatsregeling woog zwaarder dan het belang van rechterlijke terughoudendheid.