Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. De uitvoering van de politietaak
§ 2.1. De taak van de politie en de politietaken van de Koninklijke marechaussee
Artikel 3

Artikel 3

Laatste versie

De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2050 - Peilbaken en stelselmatige observatie: de grenzen van artikel 3 Politiewet - 5 november 2018

ECLI:NL:HR:2018:20505 november 2018Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Het kortstondig plaatsen van een peilbaken op een auto, waarbij met een 'geofence' alleen reisbewegingen buiten de woonplaats worden gevolgd, is geen 'stelselmatige observatie' ex art. 126g Sv. Een dergelijke beperkte inbreuk op de privacy vindt voldoende legitimatie in de algemene politietaak van art. 3 Politiewet.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:819 - Hoge Raad: Passief optreden undercoveragent is geen pseudo-dienstverlening - 26 mei 2025

ECLI:NL:HR:2025:81926 mei 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

Het passief optreden van een undercoveragent die zich voordoet als tussenpersoon om kredietwaardigheid te toetsen, zonder actief een strafbaar feit te faciliteren, kwalificeert niet als pseudo-dienstverlening (art. 126i Sv). Een dergelijke beperkte inbreuk op privacy kan op artikel 3 Politiewet worden gebaseerd.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:357 - Parket bij de Hoge Raad - 1 april 2024

ECLI:NL:PHR:2024:3571 april 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BR0554 - Onrechtmatige ANPR-gegevens: motivering bewijsuitsluiting bij schending privacy - 19 september 2011

ECLI:NL:HR:2011:BR055419 september 2011Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een schending van de privacy, zoals het onrechtmatig bewaren van ANPR-gegevens, leidt niet automatisch tot bewijsuitsluiting. Voor bewijsuitsluiting is vereist dat een belangrijk voorschrift in aanzienlijke mate is geschonden. De rechter moet dit oordeel motiveren aan de hand van de factoren van artikel 359a lid 2 Sv.

Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:80 - Grenzen van politiesurveillance: geen stelselmatige observatie bij kenbare hotspot-aanpak - 18 januari 2021

ECLI:NL:HR:2021:8018 januari 2021Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Intensieve, langdurige, maar openlijke en geografisch beperkte politiesurveillance op 'hotspots' kwalificeert niet als stelselmatige observatie. De algemene politietaak (art. 3 Politiewet/141 Sv) biedt hiervoor een toereikende grondslag, omdat geen volledig beeld van iemands privéleven wordt verkregen.

StrafrechtStrafprocesrecht, Jeugdstrafrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:925 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2024

ECLI:NL:PHR:2024:9259 september 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:7266 - Rechtbank Rotterdam - 9 juni 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:72669 juni 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1155 - Awb-toezichtbevoegdheid mag niet uitsluitend voor strafrechtelijke opsporing worden ingezet - 29 juni 2020

ECLI:NL:HR:2020:115529 juni 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bestuursrechtelijke toezichtbevoegdheden, zoals artikel 5:19 Awb, mogen niet worden gebruikt als de handeling uitsluitend als strafrechtelijke opsporing kan worden aangemerkt. Op grond van artikel 1:6 Awb is de Awb dan niet van toepassing, waardoor de bevoegdheidsuitoefening onrechtmatig is.

StrafrechtStrafprocesrecht
Bestuursrecht
Raad van State4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2509 - Raad van State - 18 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:250918 juni 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1563 - Stille SMS: Rechtmatigheid van een niet-wettelijk geregelde opsporingsmethode - 30 juni 2014

ECLI:NL:HR:2014:156330 juni 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De inzet van een 'stille sms' als opsporingsmethode behoeft geen specifieke wettelijke grondslag, mits deze op grond van art. 3 Politiewet en art. 141 Sv slechts een beperkte inbreuk maakt op de privacy en niet zeer risicovol is voor de opsporing. De duur en frequentie zijn hierbij bepalend.

StrafrechtStrafprocesrecht
StaatsrechtGrondrechten