Artikel 3
De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:2050 - Peilbaken en stelselmatige observatie: de grenzen van artikel 3 Politiewet
Het kortstondig plaatsen van een peilbaken op een auto, waarbij met een 'geofence' alleen reisbewegingen buiten de woonplaats worden gevolgd, is geen 'stelselmatige observatie' ex art. 126g Sv. Een dergelijke beperkte inbreuk op de privacy vindt voldoende legitimatie in de algemene politietaak van art. 3 Politiewet.
ECLI:NL:HR:2011:BR0554
ECLI:NL:HR:2020:1155 - Awb-toezichtbevoegdheid mag niet uitsluitend voor strafrechtelijke opsporing worden ingezet
Bestuursrechtelijke toezichtbevoegdheden, zoals artikel 5:19 Awb, mogen niet worden gebruikt als de handeling uitsluitend als strafrechtelijke opsporing kan worden aangemerkt. Op grond van artikel 1:6 Awb is de Awb dan niet van toepassing, waardoor de bevoegdheidsuitoefening onrechtmatig is.
ECLI:NL:HR:2014:1563
ECLI:NL:HR:2021:80 - Grenzen van politiesurveillance: geen stelselmatige observatie bij kenbare hotspot-aanpak
Intensieve, langdurige, maar openlijke en geografisch beperkte politiesurveillance op 'hotspots' kwalificeert niet als stelselmatige observatie. De algemene politietaak (art. 3 Politiewet/141 Sv) biedt hiervoor een toereikende grondslag, omdat geen volledig beeld van iemands privéleven wordt verkregen.
ECLI:NL:HR:2019:298 - Pseudo-verkoop en de reikwijdte van opsporingsbevoegdheden: art. 3 Politiewet als grondslag
Een politie-optreden waarbij wordt voorgewend goederen te verkopen zonder intentie tot levering is geen 'pseudo-koop' (art. 126i Sv). Een dergelijke niet-gereguleerde opsporingsmethode kan gebaseerd zijn op art. 3 Politiewet, mits de inbreuk op grondrechten beperkt is en het optreden niet zeer risicovol is.
ECLI:NL:HR:2015:199
ECLI:NL:HR:2018:1063 - Vormverzuim en Voorbereidend Onderzoek: de Grenzen van Artikel 359a Sv
Een vormverzuim kan alleen leiden tot rechtsgevolgen onder art. 359a Sv als het is begaan tijdens het voorbereidend onderzoek naar het specifiek tenlastegelegde feit. Verzuimen in een eerder, afzonderlijk onderzoek naar andere feiten vallen hierbuiten, ook als het dezelfde verdachte betreft.
ECLI:NL:HR:2014:1569
ECLI:NL:HR:2023:12 - Voldoende Aanwijzingen in Ontnemingszaak: Hoge Eisen aan Motivering
De Hoge Raad stelt dat voor het aannemen van 'voldoende aanwijzingen' (art. 36e lid 2 Sr) buiten redelijke twijfel moet staan dat de betrokkene andere strafbare feiten heeft begaan. De motivering van de rechter moet dit oordeel inzichtelijk en dragend maken.