Artikel 43
1. De gedetineerde heeft recht op sociale verzorging en hulpverlening.
2. De directeur draagt zorg dat reclasseringswerkers en daarvoor in aanmerking komende gedragsdeskundigen de in het eerste lid omschreven zorg en hulp in de inrichting kunnen verlenen.
3. De directeur kan aan andere personen toegang tot de inrichting verlenen ten behoeve van hulpverlening aan gedetineerden met betrekking tot de essentiële voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk leven.
4. De directeur draagt zorg voor overbrenging van de gedetineerde naar de daartoe bestemde plaats, indien de in het eerste lid omschreven zorg en hulp dit noodzakelijk maken en een dergelijke overbrenging zich verdraagt met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. Indien de gedetineerde wordt overgebracht ten behoeve van de verlening van forensische zorg bedoeld in de Wet forensische zorg, geschiedt de overbrenging overeenkomstig de bepalingen van die wet.