Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Algemene bijstand
§ 3.4. Middelen
Artikel 32. Inkomen

Artikel 32. Inkomen

Laatste versie

1. Onder inkomen wordt verstaan de op grond van artikel 31 in aanmerking genomen middelen voorzover deze:

a. betreffen inkomsten uit of in verband met arbeid, inkomsten uit vermogen, een premie als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel j, een kostenvergoeding als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel k, inkomsten uit verhuur, onderverhuur of het hebben van een of meer kostgangers, socialezekerheidsuitkeringen, uitkeringen tot levensonderhoud op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, voorlopige teruggave of teruggave van inkomstenbelasting, loonbelasting, premies volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdragen als bedoeld in artikel 43 van de Zorgverzekeringswet, dan wel naar hun aard met deze inkomsten en uitkeringen overeenkomen; en b. betrekking hebben op een periode waarover beroep op bijstand wordt gedaan.

2. Middelen die het karakter hebben van uitgesteld inkomen worden in aanmerking genomen naar de periode waarin deze zijn verworven. Middelen die het karakter hebben van doorbetaling van inkomen over een periode worden in aanmerking genomen naar de periode waarin deze te gelde kunnen worden gemaakt.

3. Indien een van de gehuwden geen recht op algemene bijstand heeft, wordt zijn inkomen slechts in aanmerking genomen voor zover het inkomen van de gehuwden tezamen, met inbegrip van de bijstand die zou worden verleend indien zijn inkomen niet in aanmerking wordt genomen, meer zou bedragen dan de bijstandsnorm voor gehuwden. Voor de vaststelling van het inkomen van de niet-rechthebbende echtgenoot is deze paragraaf van overeenkomstige toepassing.

4. In afwijking van het derde lid wordt, indien de gehuwden gescheiden leven, doch niet duurzaam gescheiden, het inkomen van de niet-rechthebbende echtgenoot slechts in aanmerking genomen voor zover het de bijstandsnorm te boven gaat.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6618 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 september 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:661830 september 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:970 - Rechtbank Noord-Holland - 1 februari 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:9701 februari 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CRVB:2024:597 - Centrale Raad van Beroep - 11 maart 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:59711 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CRVB:2024:598 - Centrale Raad van Beroep - 11 maart 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:59811 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:10515 - Rechtbank Rotterdam - 23 oktober 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:1051523 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:7542 - Rechtbank Den Haag - 2 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:75422 mei 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:2041 - Rechtbank Midden-Nederland - 28 april 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:204128 april 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:9971 - Rechtbank Rotterdam - 1 oktober 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:99711 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:5279 - Rechtbank Gelderland - 7 augustus 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:52797 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:5194 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 31 juli 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:519431 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak