Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen
Artikel 2a

Artikel 2a

Laatste versie

1. Indien een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 16, eerste lid, betrekking heeft op een handeling die hoofdzakelijk gevolgen kan hebben voor een deel van een beschermd natuurmonument dat is gelegen binnen de grenzen van één provincie, beslissen gedeputeerde staten van de provincie waarin dat deel van het beschermd natuurmonument is gelegen over de aanvraag.

2. Indien een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, betrekking heeft op een project dat of andere handeling die hoofdzakelijk gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied of gedeelte daarvan in één van de provincies, beslissen gedeputeerde staten van die provincie over de aanvraag. Artikel 2, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

3. Indien op het moment van het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 16, eerste lid, of artikel 19d, eerste lid, redelijkerwijs niet of nog niet kan worden vastgesteld in welke provincie hoofdzakelijk de gevolgen zullen plaatsvinden van een handeling, onderscheidenlijk een project of andere handeling, nemen gedeputeerde staten van de provincie waarin het beschermd natuurmonument of het Natura 2000-gebied geheel of grotendeels is gelegen de aanvraag in behandeling en beslissen die gedeputeerde staten op de aanvraag.

4. Artikel 2, derde onderscheidenlijk vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing op de besluiten, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.

5. Indien een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, betrekking heeft op een project dat of andere handeling die uitsluitend gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied dat buiten Nederland is gelegen, beslissen gedeputeerde staten van de provincie waarin het project of de andere handeling wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht, op de aanvraag.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2017]