Artikel 24
1. Het overeenkomstig artikel 23 bepaalde productierecht wordt gecorrigeerd, indien voorafgaand aan het in dat artikel bedoelde tijdstip, in hetzelfde kalenderjaar met betrekking tot het bedrijf een registratie heeft plaatsgevonden van een kennisgeving van overgang van het varkensrecht of pluimveerecht, of een gedeelte daarvan, maar de omvang van de verkleining, dan wel vergroting van het desbetreffende productierecht werd beperkt ingevolge artikel 18, zesde lid, van de Wet herstructurering varkenshouderij, onderscheidenlijk artikel 58q, vierde lid, van de Meststoffenwet, zoals deze artikelen luidden op het tijdstip van de registratie.
2. De correctie geschiedt van rechtswege bij aanvang van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de registratie van de kennisgeving van overgang plaatsvond en leidt tot een verkleining, onderscheidenlijk vergroting van het desbetreffende productierecht met het aantal varkenseenheden of pluimvee-eenheden waarop de beperking betrekking had.
3. Voor de toepassing van het tweede lid ten aanzien van het pluimveerecht komt 0,5 kilogram fosfaat overeen met 1 pluimvee-eenheid.
Details
[Vervalt op nader te bepalen datum; bekendgemaakt in 2005. Zie het overzicht van wijzigingen]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:CBB:2024:304 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 29 april 2024
ECLI:NL:HR:2014:2146 - Bewijskracht strafvonnis en bewijslastverdeling in de fiscale procedure - 7 augustus 2014
De belastingrechter mag een strafrechtelijke veroordeling niet zonder meer overnemen als bewijs in een fiscale procedure. Als een belastingplichtige de stellingen gemotiveerd betwist, moet de rechter zelfstandig de feiten beoordelen. De specifieke bewijsregels van de Meststoffenwet gaan bovendien voor op de algemene omkeringsregel uit de AWR.