Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk V. Regels inzake de productie van dierlijke meststoffen
Titel 2. Uitbreidingsverboden
Artikel 21b

Artikel 21b

Laatste versie

1. Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf in een kalenderjaar meer dierlijke meststoffen met melkvee, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, te produceren dan het op het bedrijf rustende fosfaatrecht. De productie van dierlijke meststoffen door melkvee wordt forfaitair vastgesteld overeenkomstig de regels, bedoeld in artikel 35.

2. In afwijking van het eerste lid kan de productie van dierlijke meststoffen door melkvee worden bepaald met gebruikmaking van een door Onze Minister aangewezen methode onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden. Onze Minister kan deze methode aanwijzen indien aannemelijk is dat daarmee geen afbreuk wordt gedaan aan de naleving van een verplichting op grond van een voor Nederland verbindend verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie.

3. Het is verboden anders dan op een bedrijf op enig moment meer melkvee te houden dan overeenkomt met een jaarlijkse productie van dierlijke meststoffen door melkvee van 100 kilogram fosfaat, forfaitair vastgesteld overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 35.

4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de productie van dierlijke meststoffen met jongvee als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel kk, subonderdeel 2° of 3°, dat geen melk- of kalfkoe wordt en niet bestemd is om melk- of kalfkoe te worden, indien de landbouwer voldoet aan bij ministeriële regeling gestelde regels.

5. Het ontwerp voor een krachtens het tweede lid vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide kamers der Staten Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken na de overlegging van het ontwerp.

Details

[Vervalt op nader te bepalen datum; bekendgemaakt in 2017. Zie het overzicht van wijzigingen]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:856 - Rechtbank Overijssel - 18 februari 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:85618 februari 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:4034 - Rechtbank Overijssel - 28 juli 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:403428 juli 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2009 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:20091 april 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6811 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 september 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:681123 september 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:4037 - Rechtbank Overijssel - 28 juli 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:403728 juli 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2024:232 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 25 maart 2024

ECLI:NL:CBB:2024:23225 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2024:228 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 25 maart 2024

ECLI:NL:CBB:2024:22825 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:5108 - Rechtbank Overijssel - 1 oktober 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:51081 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:4912 - Rechtbank Overijssel - 22 september 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:491222 september 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2024:4203 - Rechtbank Oost-Brabant - 2 september 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:42032 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak