Artikel 59
1. De griffier van de rechtbank doet onverwijld bij aangetekende brief afschriften van de ingediende stukken aan de andere partij of partijen, voor zover deze hem bekend zijn, en aan de landinrichtingscommissie toekomen.
2. Op het niet-ontvangen van de stukken kan geen beroep worden gedaan.
3. Onverwijld zendt de landinrichtingscommissie alle haar ter beschikking staande stukken aan de voorzitter van de pachtkamer.
4. Elke wederpartij kan binnen een maand na de dagtekening van de in het eerste lid bedoelde brief een verweerschrift, al dan niet vergezeld van bewijsstukken, bij de voorzitter van de pachtkamer indienen.
5. De griffier doet onverwijld bij aangetekende brief afschrift van de ingediende stukken aan de andere partij of partijen toekomen.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2007]