Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VII. Herverkaveling
Titel 9. De tweede schatting en de lijst der geldelijke regelingen
Artikel 210

Artikel 210

Laatste versie

1. De landinrichtingscommissie geeft, op een tijdstip door haar te bepalen, aan de schatters, bedoeld in artikel 164, opdracht tot het schatten van:

  1. voor iedere eigenaar de verandering van de waarde van de gronden en de overige onroerende zaken als gevolg van de landinrichting, voor zover niet begrepen onder b;
  2. de in artikel 144, tweede lid, bedoelde verandering van de waarde der gronden;
  3. bij overgang der onroerende zaken de verrekenposten tussen de oude en nieuwe eigenaar, te weten:
  1. de waardeveranderingen, bedoeld in de artikelen 49, 71 en 117, voor zover deze voor verrekening in aanmerking komen en daarmede bij de eerste schatting nog geen rekening is gehouden;
  2. de waarde der gebouwen, werken en beplantingen;
  3. de andere dan agrarische waarde der gronden;
  4. de overige zaken.

2. De in het eerste lid, onder c, sub 1°, 2° en 3°, bedoelde waarden worden vastgesteld naar het tijdstip van de inartikel 199, eerste lid, bedoelde ter inzagelegging van het plan van toedeling. De schatting van de zaken bedoeld in het eerste lid, onder c, sub 4°, kan zo nodig plaatsvinden naar het tijdstip van de kavelovergang.

3. Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de schatting wordt verricht.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2007]