Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VI. Uitvoering van werken: begrenzingenplan; regeling eigendom, beheer en onderhoud van onroerende zaken van algemeen nut
Titel 2. Begrenzingenplan en regeling eigendom, beheer en onderhoud van de daarin opgenomen voorzieningen
Afdeling I. Begrenzingenplan
Artikel 131

Artikel 131

Laatste versie

1. De landinrichtingscommissie stelt voor een gebied waarvoor een landinrichtingsplan dan wel een aanpassingsplan is vastgesteld, in zijn geheel of in gedeelten een ontwerp van een begrenzingenplan op. Zij vervaardigt daartoe één of meer kaarten, waarop zo nauwkeurig mogelijk worden aangegeven:

  1. het stelsel van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de daartoe behorende kunstwerken, alsmede de voorzieningen samenhangende met de wegen en waterlopen, zoals deze zijn omschreven in het landinrichtingsplan dan wel aanpassingsplan;
  2. de gebieden van belang uit een oogpunt van natuur- en landschapsbehoud en elementen van landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische of natuurwetenschappelijke waarde, alsmede de andere voorzieningen van openbaar nut zoals deze zijn omschreven in het landinrichtingsplan dan wel aanpassingsplan.

2. De landinrichtingscommissie zendt het ontwerp toe aan gedeputeerde staten vergezeld van een voorstel tot vaststelling van het begrenzingenplan.

3. Gedeputeerde staten stellen het begrenzingenplan vast en doen van hun besluit daartoe afschrift met de daarbij behorende kaart of kaarten toekomen aan de landinrichtingscommissie en aan de betrokken openbare lichamen.

4. De landinrichtingscommissie doet gedeputeerde staten, gelijktijdig met het in het tweede lid bedoelde voorstel, toekomen:

  1. een voorstel inzake de regeling van de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen en waterlopen met de daarbij behorende kunstwerken en het beheer en onderhoud van dijken en kaden met de daarbij behorende kunstwerken;
  2. een voorstel inzake de toewijzing van de eigendom van de in het eerste lid, onder b, bedoelde gebieden, elementen en voorzieningen.

5. Indien een landinrichtingsplan geen voornemens als bedoeld in artikel 75, eerste lid, onder b en c, bevat, wordt geen begrenzingenplan opgesteld.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2007]