Kieswet

1. Onder ingezetenen van Nederland, van de provincie, van het waterschap en van de gemeente verstaat deze wet hen die onderscheidenlijk in Nederland, in de provincie, in het waterschap en in de gemeente werkelijke woonplaats hebben.

Dit betekent letterlijk: Voor de toepassing van deze wet worden als ingezetenen van Nederland, van de provincie, van het waterschap en van de gemeente beschouwd (verstaat deze wet hen die), de personen die respectievelijk (onderscheidenlijk) in Nederland, in de provincie, in het waterschap en in de gemeente hun feitelijke (werkelijke) woonplaats hebben.

2. Zij die als ingezetene met een adres in een gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht werkelijke woonplaats te hebben in die gemeente.

Dit betekent letterlijk: Personen die als ingezetene met een adres in een gemeente zijn geregistreerd (ingeschreven) in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet beschouwd (geacht) als hebbende hun werkelijke woonplaats in die gemeente. Dit geldt tenzij (behoudens) het tegendeel wordt bewezen (bewijs van het tegendeel).

3. Zij die als ingezetene met een adres zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht werkelijke woonplaats te hebben in het waterschap waaronder dat adres valt.

Dit betekent letterlijk: Personen die als ingezetene met een adres zijn geregistreerd (ingeschreven) in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet beschouwd (geacht) als hebbende hun werkelijke woonplaats in het waterschap waarbinnen dat adres geografisch valt. Dit geldt tenzij (behoudens) het tegendeel wordt bewezen (bewijs van het tegendeel).