Artikel 8
1. De ontvanger maakt de belastingaanslag bekend door verzending of uitreiking van het door de inspecteur voor de belastingschuldige opgemaakte aanslagbiljet.
2. In afwijking van het eerste lid kan de ontvanger een belastingaanslag ten name van een belastingschuldige die is opgehouden te bestaan of waarvan vermoed wordt dat deze is opgehouden te bestaan bekendmaken door verzending of uitreiking van het aanslagbiljet aan het parket van een ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin de laatst bekende vestigingsplaats van de belastingschuldige is gelegen of aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de rechtbank Den Haag.
3. Indien de belastingaanslag op de wijze, bedoeld in het tweede lid, is bekendgemaakt worden zo spoedig mogelijk de volgende gegevens ter publicatie aan de Staatscourant verzonden of uitgereikt:
a. de naam van de belastingschuldige; b. de soort belastingaanslag; c. de belastingsoort; d. het belastingjaar; e. de dagtekening van het aanslagbiljet.
4. Bij toepassing van het derde lid wordt een kopie van het aanslagbiljet verzonden of uitgereikt aan de laatste bestuurders, aandeelhouders en vereffenaars van de belastingschuldige, bedoeld in het tweede lid, voor zover die redelijkerwijs bij de ontvanger bekend kunnen zijn.
5. Een belastingaanslag is door de belastingschuldige in zijn geheel verschuldigd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2000:AA6508
ECLI:NL:HR:2004:AO5063
ECLI:NL:HR:2013:64
ECLI:NL:HR:2023:492 - Geen plicht overleggen aanslagbiljet; strenge eisen aan bewijs opzet bij betaalverzuimboete
De inspecteur is niet verplicht het verzonden aanslagbiljet over te leggen (art. 8:42 Awb). De omvang van de niet-betaalde belasting is op zichzelf onvoldoende om (voorwaardelijk) opzet voor een vergrijpboete ex art. 67f AWR te bewijzen.
ECLI:NL:HR:2020:202
ECLI:NL:HR:2022:45
ECLI:NL:HR:2009:BJ4910
ECLI:NL:HR:2017:438
ECLI:NL:HR:2010:BL5555
ECLI:NL:HR:2018:522 - Herziening douanewaarde en verjaringstermijn: Hoge Raad stelt prejudiciële vragen
De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie of een aangever na een correctie van de douane alsnog een andere, lagere transactieprijs mag kiezen. Tevens wordt gevraagd of de verjaringstermijn voor een douaneschuld stuit door verzending of door ontvangst van de uitnodiging tot betaling.