Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VI. Aansprakelijkheid
Afdeling 1. Aansprakelijkheid
Artikel 43

Artikel 43

Laatste versie

1. Natuurlijke personen en lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, die ingevolge artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 zijn aangemerkt als één ondernemer, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de omzetbelasting welke verschuldigd is door deze ondernemer, dan wel - indien de inspecteur niet schriftelijk ervan in kennis is gesteld dat op grond van gewijzigde omstandigheden niet langer een eenheid bestaat als is bedoeld in die bepaling - door deze personen en lichamen.

2. Indien aan de ondernemer, bedoeld in het eerste lid, een vermindering of teruggaaf van omzetbelasting wordt verleend, kan de ontvanger, met inachtneming van artikel 54, deze vermindering of teruggaaf bevrijdend voldoen aan één van de natuurlijke personen of lichamen, bedoeld in het eerste lid.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:269 - Fiscale Eenheid BTW: Criteria Organisatorische Verwevenheid en Vertrouwensbeginsel Verduidelijkt

ECLI:NL:HR:2022:26918 februari 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt dat voor organisatorische verwevenheid bij een fiscale eenheid een gezamenlijke leiding volstaat en ondergeschiktheid niet vereist is. Een onjuiste beschikking wekt in beginsel vertrouwen, tenzij de belastingplichtige zelf onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt.

BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU7276

ECLI:NL:HR:2012:BU72769 november 2012Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:438

ECLI:NL:HR:2017:43817 maart 2017Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:686 - Toetsing weigering ambtshalve vermindering invorderingskosten door burgerlijke rechter

ECLI:NL:HR:2022:68613 mei 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een beschikking tot vaststelling van invorderingskosten formele rechtskracht heeft, kan de burgerlijke rechter de Ontvanger slechts bevelen tot ambtshalve vermindering over te gaan als de oorspronkelijke beschikking 'onmiskenbaar onjuist' was. Het meermalen in rekening brengen van maximale kosten is niet onmiskenbaar onjuist.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Btw
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:785

ECLI:NL:HR:2014:7854 april 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AE9246

ECLI:NL:HR:2003:AE924614 februari 2003Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2003:AE9247

ECLI:NL:HR:2003:AE924714 februari 2003Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE0450

ECLI:NL:HR:2002:AE045022 maart 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak