Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VI. Aansprakelijkheid
Afdeling 1. Aansprakelijkheid
Artikel 34

Artikel 34

Laatste versie

1. Ingeval een werknemer met instandhouding van de dienstbetrekking tot zijn inhoudingsplichtige, de uitlener, door deze ter beschikking is gesteld aan een derde, de inlener, om onder diens toezicht of leiding werkzaam te zijn, is de inlener hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting welke de uitlener verschuldigd is in verband met het verrichten van die werkzaamheden door die werknemer alsmede voor de omzetbelasting welke de uitlener, dan wel – in geval doorlening plaatsvindt – de in het tweede lid bedoelde doorlener verschuldigd is in verband met dat ter beschikking stellen. In afwijking in zoverre van artikel 32, tweede lid, is de inlener niet aansprakelijk voor de in verband met de heffing van loonbelasting of van omzetbelasting opgelegde bestuurlijke boete.

2. Onder inlener wordt mede verstaan:

a. de doorlener, zijnde degene aan wie een werknemer ter beschikking is gesteld en die deze werknemer vervolgens ter beschikking stelt aan een derde om onder diens toezicht of leiding werkzaam te zijn; b. de in onderdeel a bedoelde derde, aan wie door een doorlener een werknemer ter beschikking is gesteld om onder toezicht of leiding van die derde werkzaam te zijn.

3. Indien een inlener ingevolge een overeenkomst met de uitlener ten behoeve van de voldoening van loonbelasting, omzetbelasting en sociale verzekeringspremies in verband met het verrichten van werkzaamheden door een ter beschikking gestelde werknemer, alsmede met dat ter beschikking stellen, een bedrag heeft overgemaakt op een rekening die door die uitlener ten behoeve van de betaling van loonbelasting, omzetbelasting en sociale verzekeringspremies wordt gehouden bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen, wordt het bedrag waarvoor de aansprakelijkheid van de inlener uit hoofde van het eerste en tweede lid met betrekking tot die werkzaamheden en dat ter beschikking stellen in eerste aanleg bestaat, verminderd met dat overgemaakte bedrag.

4. Het derde lid is niet van toepassing voor zover de inlener wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de uitlener in gebreke zou blijven het op de in dat lid bedoelde rekening gestorte bedrag aan te wenden voor de betaling van loonbelasting, omzetbelasting of sociale verzekeringspremies.

5. De aansprakelijkheid op grond van het eerste lid geldt niet met betrekking tot de loonbelasting en de omzetbelasting verschuldigd door de uitlener, indien aannemelijk is dat het niet betalen door de uitlener noch aan hem noch aan een inlener is te wijten.

6. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de toepassing van het derde lid.

7. Dit artikel is niet van toepassing indien de werkzaamheden die door de ter beschikking gestelde werknemer zijn verricht, ondergeschikt zijn aan een tussen de uitlener en de inlener, dan wel tussen de doorlener en de inlener, gesloten overeenkomst van koop en verkoop van een bestaande zaak.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2009. Zie het overzicht van wijzigingen]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1776

ECLI:NL:HR:2013:177620 december 2013Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtBtw, Loonbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1775

ECLI:NL:HR:2013:177520 december 2013Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting, Procesrecht Belastingen, Btw
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE5152

ECLI:NL:HR:2002:AE515218 oktober 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2603

ECLI:NL:HR:2016:260318 november 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BN9780

ECLI:NL:HR:2010:BN97808 oktober 2010Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC2566

ECLI:NL:HR:2008:BC256619 december 2008Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLoonbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC2496

ECLI:NL:HR:2008:BC249619 december 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048

ECLI:NL:HR:2013:BZ504822 maart 2013Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:CA3743

ECLI:NL:HR:2013:CA37436 december 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1999:AA3801

ECLI:NL:HR:1999:AA38015 november 1999Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht