Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VI. Aansprakelijkheid
Afdeling 1. Aansprakelijkheid
Artikel 33Artikel 33
Laatste versie
1. In afwijking in zoverre van andere wettelijke regelingen is hoofdelijk aansprakelijk voor de rijksbelastingen, verschuldigd door:
- een lichaam zonder rechtspersoonlijkheid of een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam dat niet volledig rechtsbevoegd is: ieder van de bestuurders;
- een niet in Nederland gevestigd lichaam: de leider van zijn vaste inrichting in Nederland dan wel zijn in Nederland wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger;
- een lichaam dat is ontbonden: ieder van de met de vereffening belaste personen - met uitzondering van de door de rechter benoemde vereffenaar - voor zover het niet betalen van de belastingschuld het gevolg is van aan hem te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur, met dien verstande dat geen aansprakelijkstelling kan plaatsvinden indien na de ontbinding drie jaren zijn verstreken.
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder lichamen verstaan lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en wordt als bestuurder aangemerkt de volledig aansprakelijke vennoot van een maat- of vennootschap.
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt ingeval een bestuurder van een lichaam zelf een lichaam is, onder bestuurder mede verstaan ieder van de bestuurders van het laatstbedoelde lichaam.
4. Degene die op grond van het eerste lid, onderdelen a en b, aansprakelijk is, is niet aansprakelijk voor zover hij bewijst dat het niet aan hem is te wijten dat de belasting niet is voldaan.
Gerelateerde rechtspraak
Hoge Raad
ECLI:NL:HR:2001:AB1207
ECLI:NL:HR:2001:AB1207•20 april 2001•Dit wetsartikel wordt 89 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:2020:1502
ECLI:NL:HR:2020:1502•25 september 2020•Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:2022:766
ECLI:NL:HR:2022:766•27 mei 2022•Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:2014:2875
ECLI:NL:HR:2014:2875•3 oktober 2014•Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:2000:AA8106
ECLI:NL:HR:2000:AA8106•3 november 2000•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:2018:1112
ECLI:NL:HR:2018:1112•6 juli 2018•Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:2018:506
ECLI:NL:HR:2018:506•20 april 2018•Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak