Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. Dwanginvordering
Artikel 15

Artikel 15

Laatste versie

1. Met betrekking tot een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 9, achtste lid, en in de gevallen bedoeld in artikel 10 kan:

a. een dwangbevel zonder voorafgaande aanmaning worden uitgevaardigd, of indien reeds een aanmaning is verzonden, in afwijking van de daarbij gestelde betalingstermijn, terstond worden uitgevaardigd; b. een dwangbevel terstond na het bevel tot betaling ten uitvoer worden gelegd; c. een dwangbevel indien het bevel tot betaling reeds is gedaan, voor zover nodig in afwijking van de daarbij gestelde betalingstermijn, terstond ten uitvoer worden gelegd; d. een dwangbevel indien het hernieuwd bevel tot betaling, bedoeld in artikel 14, eerste lid, reeds is gedaan, in afwijking van de daarbij gestelde betalingstermijn, terstond ten uitvoer worden gelegd; e. de betekening en de tenuitvoerlegging van een dwangbevel, in afwijking van artikel 64, eerste en tweede lid, eerste volzin, en artikel 438b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen situaties geschieden op alle dagen en uren; f. in afwijking van artikel 19, negende lid, eerste volzin, een vordering worden gedaan zonder schriftelijke aankondiging daarvan aan de belastingschuldige.

2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid, onderdeel e, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1200

ECLI:NL:HR:2020:120017 juli 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AR3105

ECLI:NL:HR:2004:AR31051 oktober 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:ZC3635

ECLI:NL:HR:2001:ZC363519 oktober 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AI0347

ECLI:NL:HR:2003:AI03473 oktober 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:AA1817

ECLI:NL:HR:1996:AA181729 mei 1996Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AN9567

ECLI:NL:HR:2003:AN95675 december 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1510

ECLI:NL:HR:2021:15105 november 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU5166

ECLI:NL:HR:2005:AU516628 oktober 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:AA1502

ECLI:NL:HR:1996:AA15024 september 1996Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1990:AD1165

ECLI:NL:HR:1990:AD116522 juni 1990Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak