Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag inzake de rechten van het kind
DEEL I
Artikel 37

Artikel 37 (Rechten kind, foltering, vrijheidsberoving, rechtsbijstand)

Laatste versie

De Staten die partij zijn, waarborgen dat: a. geen enkel kind wordt onderworpen aan foltering of aan een andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Doodstraf noch levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van vrijlating wordt opgelegd voor strafbare feiten gepleegd door personen jonger dan achttien jaar; b. geen enkel kind op onwettige of willekeurige wijze van zijn of haar vrijheid wordt beroofd. De aanhouding, inhechtenisneming of gevangenneming van een kind geschiedt overeenkomstig de wet en wordt slechts gehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke passende duur; c. ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, wordt behandeld met menselijkheid en met eerbied voor de waardigheid inherent aan de menselijke persoon, en zodanig dat rekening wordt gehouden met de behoeften van een persoon van zijn of haar leeftijd. Met name wordt ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, gescheiden van volwassenen tenzij het in het belang van het kind wordt geacht dit niet te doen, en heeft ieder kind het recht contact met zijn of haar familie te onderhouden door middel van correspondentie en bezoeken, behalve in uitzonderlijke omstandigheden; d. ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd het recht heeft onverwijld te beschikken over juridische en andere passende bijstand, alsmede het recht de wettigheid van zijn vrijheidsberoving te betwisten ten overstaan van een rechter of een andere bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit, en op een onverwijlde beslissing ten aanzien van dat beroep.

Uitleg in duidelijke taal

De Staten die partij zijn, waarborgen dat:

Dit betekent letterlijk: De landen die het verdrag hebben ondertekend en geratificeerd (Staten die partij zijn), garanderen (waarborgen) dat de volgende punten worden nageleefd:

a. geen enkel kind wordt onderworpen aan foltering of aan een andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Doodstraf noch levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van vrijlating wordt opgelegd voor strafbare feiten gepleegd door personen jonger dan achttien jaar;

----Dit houdt in dat de Staten die partij zijn, ervoor zorgen dat:

  • geen enkel kind wordt blootgesteld aan (onderworpen aan) foltering, of aan enige andere behandeling of bestraffing die wreed, onmenselijk of onterend is.
  • Voor strafbare feiten die zijn gepleegd door personen die jonger zijn dan achttien jaar, wordt de doodstraf niet opgelegd, en ook geen levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid om ooit vrijgelaten te worden.

b. geen enkel kind op onwettige of willekeurige wijze van zijn of haar vrijheid wordt beroofd. De aanhouding, inhechtenisneming of gevangenneming van een kind geschiedt overeenkomstig de wet en wordt slechts gehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke passende duur;

----Dit betekent dat de Staten die partij zijn, garanderen dat:

  • geen enkel kind op een manier die tegen de wet is (onwettige wijze) of zonder goede reden (willekeurige wijze) van zijn of haar vrijheid wordt beroofd.
  • De aanhouding, arrestatie (inhechtenisneming) of gevangenneming van een kind moet gebeuren volgens de regels van de wet (overeenkomstig de wet). Dit mag alleen als laatste redmiddel (uiterste maatregel) worden gebruikt en voor de kortst mogelijke tijd die passend is.

c. ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, wordt behandeld met menselijkheid en met eerbied voor de waardigheid inherent aan de menselijke persoon, en zodanig dat rekening wordt gehouden met de behoeften van een persoon van zijn of haar leeftijd. Met name wordt ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, gescheiden van volwassenen tenzij het in het belang van het kind wordt geacht dit niet te doen, en heeft ieder kind het recht contact met zijn of haar familie te onderhouden door middel van correspondentie en bezoeken, behalve in uitzonderlijke omstandigheden;

----Dit houdt in dat de Staten die partij zijn, waarborgen dat:

  • ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, wordt behandeld op een menselijke manier en met respect (eerbied) voor de waardigheid die ieder mens van nature bezit (inherent aan de menselijke persoon). De behandeling moet ook rekening houden met de specifieke behoeften die passen bij de leeftijd van het kind.
  • Meer specifiek (met name) wordt ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, apart van volwassenen gehouden, tenzij men denkt (geacht wordt) dat het beter is voor het kind om dit niet te doen.
  • Ieder kind heeft ook het recht om contact te houden met zijn of haar familie via brieven (correspondentie) en bezoeken, behalve in zeer speciale (uitzonderlijke) situaties.

d. ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd het recht heeft onverwijld te beschikken over juridische en andere passende bijstand, alsmede het recht de wettigheid van zijn vrijheidsberoving te betwisten ten overstaan van een rechter of een andere bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit, en op een onverwijlde beslissing ten aanzien van dat beroep.

----Dit betekent dat de Staten die partij zijn, garanderen dat:

  • ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, het recht heeft om direct (onverwijld) juridische hulp en andere geschikte (passende) bijstand te krijgen.
  • Daarnaast heeft het kind het recht om de rechtmatigheid (wettigheid) van zijn of haar vrijheidsberoving aan te vechten (te betwisten) bij een rechter of een andere autoriteit die daartoe bevoegd, onafhankelijk en onpartijdig is.
  • Het kind heeft ook recht op een snelle (onverwijlde) beslissing over dat beroep.