Artikel 26 (Recht kind op sociale zekerheid)
1. De Staten die partij zijn, erkennen voor ieder kind het recht de voordelen te genieten van voorzieningen voor sociale zekerheid, met inbegrip van sociale verzekering, en nemen de nodige maatregelen om de algehele verwezenlijking van dit recht te bewerkstelligen in overeenstemming met hun nationale recht.
2. De voordelen dienen, indien van toepassing, te worden verleend, waarbij rekening wordt gehouden met de middelen en de omstandigheden van het kind en de personen die verantwoordelijk zijn voor zijn of haar onderhoud, alsmede iedere andere overweging die van belang is voor de beoordeling van een verzoek daartoe dat door of namens het kind wordt ingediend.
Uitleg in duidelijke taal
1. De Staten die partij zijn, erkennen voor ieder kind het recht de voordelen te genieten van voorzieningen voor sociale zekerheid, met inbegrip van sociale verzekering, en nemen de nodige maatregelen om de algehele verwezenlijking van dit recht te bewerkstelligen in overeenstemming met hun nationale recht.
Dit betekent dat de landen die deel uitmaken van het verdrag (Staten die partij zijn) voor elk kind het recht erkennen om te profiteren (de voordelen te genieten) van sociale zekerheidsvoorzieningen. Dit omvat ook sociale verzekeringen. Deze landen moeten de noodzakelijke stappen (nodige maatregelen) ondernemen om ervoor te zorgen dat dit recht volledig wordt gerealiseerd (algehele verwezenlijking), en dit moet gebeuren in lijn met (in overeenstemming met) hun eigen nationale wetgeving (hun nationale recht).
2. De voordelen dienen, indien van toepassing, te worden verleend, waarbij rekening wordt gehouden met de middelen en de omstandigheden van het kind en de personen die verantwoordelijk zijn voor zijn of haar onderhoud, alsmede iedere andere overweging die van belang is voor de beoordeling van een verzoek daartoe dat door of namens het kind wordt ingediend.
Dit houdt in dat de voordelen, als ze relevant zijn (indien van toepassing), moeten worden toegekend (te worden verleend). Bij het toekennen moet er gekeken worden naar (rekening wordt gehouden met) de financiële middelen (middelen) en de situatie (omstandigheden) van het kind zelf. Ook moet gekeken worden naar de middelen en omstandigheden van de personen die voor het onderhoud van het kind zorgen (personen die verantwoordelijk zijn voor zijn of haar onderhoud). Daarnaast moet er rekening worden gehouden met elke andere factor (iedere andere overweging) die belangrijk is (van belang is) bij het beoordelen van een aanvraag (verzoek daartoe) die door het kind zelf of namens het kind is ingediend.