Artikel 22 (Bescherming, bijstand en rechten vluchtelingenkinderen)
1. De Staten die partij zijn, nemen passende maatregelen om te waarborgen dat een kind dat de vluchtelingenstatus wil verkrijgen of dat in overeenstemming met het toepasselijke internationale of nationale recht en de toepasselijke procedures als vluchteling wordt beschouwd, ongeacht of het al dan niet door zijn of haar ouders of door iemand anders wordt begeleid, passende bescherming en humanitaire bijstand krijgt bij het genot van de van toepassing zijnde rechten beschreven in dit Verdrag en in andere internationale akten inzake de rechten van de mens of humanitaire akten waarbij de bedoelde Staten partij zijn.
2. Hiertoe verlenen de Staten die partij zijn, naar zij passend achten, hun medewerking aan alle inspanningen van de Verenigde Naties en andere bevoegde intergouvernementele organisaties of niet-gouvernementele organisaties die met de Verenigde Naties samenwerken, om dat kind te beschermen en bij te staan en de ouders of andere gezinsleden op te sporen van een kind dat vluchteling is, teneinde de nodige inlichtingen te verkrijgen voor hereniging van het kind met het gezin waartoe het behoort. In gevallen waarin geen ouders of andere familieleden kunnen worden gevonden, wordt aan het kind dezelfde bescherming verleend als aan ieder ander kind dat om welke reden ook, blijvend of tijdelijk het leven in een gezin moet ontberen, zoals beschreven in dit Verdrag.
Uitleg in duidelijke taal
1. De Staten die partij zijn, nemen passende maatregelen om te waarborgen dat een kind dat de vluchtelingenstatus wil verkrijgen of dat in overeenstemming met het toepasselijke internationale of nationale recht en de toepasselijke procedures als vluchteling wordt beschouwd, ongeacht of het al dan niet door zijn of haar ouders of door iemand anders wordt begeleid, passende bescherming en humanitaire bijstand krijgt bij het genot van de van toepassing zijnde rechten beschreven in dit Verdrag en in andere internationale akten inzake de rechten van de mens of humanitaire akten waarbij de bedoelde Staten partij zijn.
Dit lid bepaalt dat de Staten die dit Verdrag hebben aanvaard (Staten die partij zijn), geschikte (passende) maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen (waarborgen) dat een kind dat de status van vluchteling (vluchtelingenstatus) wil verkrijgen, of dat volgens het geldende (toepasselijke) internationale of nationale recht en de daarvoor geldende (toepasselijke) procedures als vluchteling wordt erkend (beschouwd), passende bescherming en humanitaire hulp (bijstand) ontvangt. Dit geldt ongeacht of het kind wel of niet begeleid wordt door zijn of haar ouders of door een andere persoon. Deze bescherming en bijstand zijn bedoeld om het kind te laten profiteren (genot) van de rechten die van toepassing zijn en die zijn omschreven in dit Verdrag en in andere internationale overeenkomsten (akten) op het gebied van mensenrechten of humanitaire zaken, waarbij de genoemde Staten ook partij zijn.
2. Hiertoe verlenen de Staten die partij zijn, naar zij passend achten, hun medewerking aan alle inspanningen van de Verenigde Naties en andere bevoegde intergouvernementele organisaties of niet-gouvernementele organisaties die met de Verenigde Naties samenwerken, om dat kind te beschermen en bij te staan en de ouders of andere gezinsleden op te sporen van een kind dat vluchteling is, teneinde de nodige inlichtingen te verkrijgen voor hereniging van het kind met het gezin waartoe het behoort. In gevallen waarin geen ouders of andere familieleden kunnen worden gevonden, wordt aan het kind dezelfde bescherming verleend als aan ieder ander kind dat om welke reden ook, blijvend of tijdelijk het leven in een gezin moet ontberen, zoals beschreven in dit Verdrag.
Dit lid stelt dat, om het bovengenoemde te bereiken (Hiertoe), de Staten die partij zijn, als zij dat geschikt (passend) vinden, zullen meewerken (hun medewerking verlenen) aan alle pogingen (inspanningen) van de Verenigde Naties en andere bevoegde organisaties die bestaan uit overheden (intergouvernementele organisaties) of particuliere organisaties (niet-gouvernementele organisaties) die samenwerken met de Verenigde Naties. Deze medewerking is gericht op het beschermen en helpen (bij te staan) van dat kind, en op het opsporen van de ouders of andere familieleden (gezinsleden) van een kind dat vluchteling is. Het doel hiervan is (teneinde) de benodigde informatie (inlichtingen) te verzamelen voor de hereniging van het kind met het gezin waartoe het behoort. In situaties (gevallen) waarin geen ouders of andere familieleden gevonden kunnen worden, krijgt het kind dezelfde bescherming als ieder ander kind dat, om welke reden dan ook, permanent (blijvend) of voor een bepaalde tijd (tijdelijk) zonder een gezinssituatie moet leven (het leven in een gezin moet ontberen), zoals dit Verdrag voorschrijft.