Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag inzake de rechten van het kind
DEEL I
Artikel 20

Artikel 20 (Recht kind op alternatieve staatszorg)

Laatste versie

1. Een kind dat tijdelijk of blijvend het verblijf in het gezin waartoe het behoort, moet missen, of dat men in zijn of haar eigen belang niet kan toestaan in het gezin te blijven, heeft recht op bijzondere bescherming en bijstand van staatswege.

2. De Staten die partij zijn, waarborgen, in overeenstemming met hun nationale recht, een andere vorm van zorg voor dat kind.

3. Deze zorg kan, onder andere, plaatsing in een pleeggezin omvatten, kafalah volgens het Islamitische recht, adoptie, of, indien noodzakelijk, plaatsing in geschikte instellingen voor kinderzorg. Bij het overwegen van oplossingen wordt op passende wijze rekening gehouden met de wenselijkheid van continuïteit in de opvoeding van het kind en met de etnische, godsdienstige en culturele achtergrond van het kind en met zijn of haar achtergrond wat betreft de taal.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een kind dat tijdelijk of blijvend het verblijf in het gezin waartoe het behoort, moet missen, of dat men in zijn of haar eigen belang niet kan toestaan in het gezin te blijven, heeft recht op bijzondere bescherming en bijstand van staatswege.

Dit lid stelt dat een kind, dat zijn of haar gezinsomgeving tijdelijk of blijvend moet missen, of een kind dat in zijn of haar eigen belang niet in die gezinsomgeving kan blijven, recht heeft op bijzondere bescherming en bijstand die door de staat wordt verleend (van staatswege).

2. De Staten die partij zijn, waarborgen, in overeenstemming met hun nationale recht, een andere vorm van zorg voor dat kind.

Dit lid legt de verplichting op aan de Staten die dit verdrag hebben ondertekend (de Staten die partij zijn) om, in lijn met hun nationale wetgeving (in overeenstemming met hun nationale recht), een andere vorm van zorg voor een dergelijk kind te garanderen (waarborgen).

3. Deze zorg kan, onder andere, plaatsing in een pleeggezin omvatten, kafalah volgens het Islamitische recht, adoptie, of, indien noodzakelijk, plaatsing in geschikte instellingen voor kinderzorg. Bij het overwegen van oplossingen wordt op passende wijze rekening gehouden met de wenselijkheid van continuïteit in de opvoeding van het kind en met de etnische, godsdienstige en culturele achtergrond van het kind en met zijn of haar achtergrond wat betreft de taal.

Dit lid specificeert dat dergelijke zorg diverse vormen kan aannemen, waaronder (onder andere) plaatsing in een pleeggezin, kafalah zoals bepaald in het Islamitische recht, adoptie, of, als dat nodig is (indien noodzakelijk), plaatsing in geschikte instellingen voor kinderzorg. Wanneer oplossingen worden overwogen, moet er op een geschikte manier (op passende wijze) rekening worden gehouden met de wenselijkheid van continuïteit in de opvoeding van het kind. Ook moet rekening worden gehouden met de etnische, godsdienstige, en culturele achtergrond van het kind, evenals met zijn of haar achtergrond wat betreft de taal.